Een week na mijn registratie in het ziekenhuis (zie vorige blog), mocht ik terugkomen op de kliniek. Hoezee. Ik hoopte nog dat ik zou bevallen voordat ik mij moest melden, maar helaas.
Bezoek aan de kliniek, deel 1
Dit kopje geeft al aan dat het hiermee nog niet voorbij was..
Op vrijdag, de 13e, in alle vroegte naar het ziekenhuis. Want ookal heb je een afspraak, wie het eerst komt, eerst maalt. Ik besloot om nóg vroeger te gaan dan de vorige keer, want er waren toen al best een aantal mensen voor mij. De wekker ging om 05:00, om 05:30 reden we weg, en zo rond 06:00 waren we er. Er stond verdorie al een rij voor de ingang. Ik sloot netjes achteraan. De vrouw voor mij vroeg wat voor briefje ik had. Ik liet mijn afsprakenkaartje zien. 'Oh, maar dan hoef je niet in de rij, je kan naar voren lopen en naar binnen.' De logica ontging mij, maar ik vond het prima. Langs de strenge beveiliging, zowel mijn kleding als bagage voldeed aan de eisen, dus mocht ik naar binnen.
Ik was niet de eerste, er zat al een andere hoogzwangere vrouw. Zij was er om te registeren, dus was ik toch de eerste die op afspraak kwam. Ik legde mijn afsprakenkaartje op het bureau, de steen er bovenop, en het wachten begon.
Zo rond zevenen kwamen de eerste zusters het ziekenhuis in, de wachtruimtes begonnen ook al best vol te raken, maar niet zo vol als de eerste keer dat ik er was. Misschien gaat men liever niet op vrijdag de 13e naar het ziekenhuis. Wie weet. Ook werd er deze keer niet gepreekt, heerlijk rustig.
De zusters begonnen met allerlei spul te slepen, stoelen, dossiers, een weegschaal, het hele kabinet werd leeggetrokken. Eén voor één moesten we naar voren komen met ons urinemonster, om gewogen te worden, en om de bloeddruk te controleren. Ik verwachtte dat ik weer moest gaan zitten om fijn te wachten, maar ik moest met één van de zusters mee. Ik was gewend van de kliniek waar ik normaal heenging dat je eerst door de zuster wordt gezien, en dan naar de dokter wordt gestuurd. Dus ik had het idee dat dit misschien wel eens vlot en fijn zou verlopen.
Ik werd door de zuster meegenomen naar een apart kamertje, waar een soort interview begon. Ze wilde mijn medische geschiedenis weten, maar ook hoe ik woon (is je huis van beton of hout, heb je een badkamer, keuken, water en electriciteit), of ik wel genoeg hulp kreeg van mijn omgeving, of ik en de vader allebei werk hadden en wat voor werk, en meer van dat. Ik ging er vanuit dat het was om te kijken of de baby wel in een goede, stabiele omgeving terecht zou komen. Alles werd opgeschreven en in mijn dossier gezet.
Vervolgens legde ze uit hoe de bevalling in zn werk zou gaan. De zusters zijn hier nogal streng, dus ik had het gevoel dat ik weer op de basisschool zat. Ze legde uit welke weeën ik zou krijgen (er zijn drie verschillende), en wanneer ik naar het ziekenhuis moest gaan. Dat zou moeten wanneer ze regelmatig werden.
'Mooi niet', dacht ik bij mezelf, 'zodra het begint, ga ik onderweg!' Want in de vroege ochtend is het maar een half uurtje rijden naar het ziekenhuis, overdag is dat een heel ander verhaal. Allereerst zou ik de vader moeten opbellen, hij zijn werk moeten verlaten en naar mij toe komen. Dat kon al gauw een half uur in beslag nemen. Dan zouden we naar het ziekenhuis moeten rijden. Er is maar één weg naar Montego Bay, en aldaar splitst de weg in tweeën: Bottom Road is waar alle toeristen heengaan in hun coasters en shuttles om te shoppen, drinken en chillen. Top Road is waar het vrachtverkeer overheen gaat, en het meeste andere verkeer wat niets op Bottom Road te zoeken heeft. Deze twee wegen komen weer samen in downtown. En allebei deze wegen staan het grootste deel van de tijd vast. Eénbaans, tweerichtingsverkeer. Dus als er een ongeluk gebeurt, het regent, of er staat iemand met pech, dan kan je helemaal je lol op. Als je deze weg eenmaal gehad had, moest je ook nog het centrum door om bij het ziekenhuis te komen. Het was niet mijn ambitie om ergens op Top Road tussen de vrachtwagens mijn kind ter wereld te brengen.
Terug naar de uitleg. De zuster vertelde mij dat ik tijdens de bevalling niets zelf moest gaan bedenken. 'Je luistert naar de verloskundige. Pas als zij zegt dat je iets mag doen, dan mag je iets doen.' Ik zag de verloskundige nu voor me als een soort van Eindbaas.
Verder vroeg ze of ik alle spullen voor de baby al had. 'Ik denk het wel', was mijn antwoord. 'Nou', vond zij, 'dan gaan we nu zien of je ook echt alles hebt', en ze begon een checklist af te gaan met spullen die ik mee moest nemen naar het ziekenhuis. Hier wordt je namelijk niet voorzien met spullen zoals in Nederland. Ik moet zelfs mijn eigen alcohol en wattenstaafjes meenemen die ze gebruiken voor de navelstreng. Dus heb ik iets niet bij me? Zij hebben het ook niet. Ik luisterde aandachtig naar haar lijst. Het bleek dat ik het meeste wel klaar had staan, maar dat ik meer hydrofiele luiers (dat zijn van die katoenen doeken) mee moest nemen, en een flesje olijfolie. Niet om te koken, maar om de huid mee in te smeren.
Nu was het dan tijd voor een lichamelijk onderzoek. Wat wel een beetje vreemd begon; met mijn haar. Ze keek wat door mijn haar. Ik verwachtte zo half dat ze een luizenkam tevoorschijn zou toveren, maar dat deed ze niet. Voor de rest was het redelijk standaard, maar ze legde mij ook uit hoe ik mezelf moest onderzoeken op borstkanker. Dat vond ik erg goed, dat ze daar aandacht aan besteden. Toen was het tijd voor de baby. Ze mat mijn buik op, en maakte de opmerking dat hij veel beweegt. Ik dacht dat ze een grapje maakte, maar toen bedacht ik me dat zusters hier dat niet doen. De baby was op dat moment wakker, maar rustig. Ik moest lachen en zei 'Dit is niets. Als ie actief is, zie je zowat zijn armen en benen door mijn buik heenkomen.'
Zo, nu waren we klaar. Ze zei 'De dokter is er vandaag niet, dus je moet een nieuwe afspraak maken.' Ik was te verbaasd om iets te zeggen. Het voelde een beetje als een klap in mn gezicht. Maandag zou ik terug moeten komen.
Om een afspraak te maken, moest ik, net als de vorige keer, naar de belhuishokjes. Het was inmiddels kwart voor negen, en om negen uur gingen ze open. De afspraak was snel gemaakt, en ik werd weer opgehaald en naar huis gebracht.
Bezoek aan de kliniek, deel 2
Zou dit dan de laatste keer zijn dat ik naar de kliniek moet? We waren op dezelfde tijd weggegaan als vrijdag, en weer was ik de eerste, maar al snel zat de wachtruimte vol. Ik schat dat er zo'n 25 zwangere vrouwen zaten nog voor 07:00.
Het was allemaal weer hetzelfde riedeltje als vrijdag, met de weegschaal enz. Maar deze keer waren er ook zusters in opleiding. Het verschil met hen en een 'echte' zuster is groot. Ze zijn nog wat verlegen en schutterig. De zuster in training die mijn gewicht opnam maakte een foutje. Ik zag het pas ietsje later, toen ik mijn zwangerschapsboekje doornam. Gewicht: 84 kilo. Goh. Dan zou ik 10 kilo zijn aangekomen binnen twee dagen. Ik eet veel, maar niet zoveel. Ik wees de zuster die de leiding had op dit foutje, en iedereen werd opnieuw naar voren geroepen om het gewicht nogmaals op te nemen.
De dokter was er vrij vroeg. Tijdens het consult stelde hij zich voor en bladerde hij was door mijn boekje en dossier. Hij wilde mijn buik opmeten en naar het hartje luisteren. Prima. Behalve dan dat hij mijn buik niet alleen in de lengte opmat met een meetlintje (zoals normaal) maar ook in de breedte. Dit deed hij door flink hard te duwen aan beide zijden van mijn buik. Zodetering. De eerste man die ik tegenkom in deze wondere medische babywereld presteert het om mij binnen vijf minuten flink pijn te doen. En nu ook weer de mededeling: 'Kom volgende week maar weer terug, als je niet bevalt voor die tijd.' Het liefst wilde ik niet terug, en al helemaal niet naar deze dokter.
Om 08:00 stond ik weer buiten. Ik zou een uur moeten wachten voordat de belhuishokjes open zouden gaan. (nog langer, want het systeem werkte niet dus konden ze pas om vijf voor 10 beginnen). Ik had er helemaal geen zin meer in, maar mijn wederhelft vond dat ik de afspraak moest maken. Dus voor maandag staat er weer eentje in de planning. Wat een feest.
Ik bleef trouwens flink last van mijn buik houden, tot drie dagen later nog. Daardoor wil ik eigenlijk het ziekenhuis gewoon opbellen en de afspraak verzetten voor een week later. Dan zou ik ook 'over datum' zijn. Ik vond het een goed plan, maar wederom vind mijn wederhelft dat ik moet gaan 'En dan zeg je m maar dat ie dat niet meer moet doen.' Als een klein kind wil ik niet, en zet ik me af, maar ik weet ook wel dat hij gelijk heeft. Verdorie.
Ik hoop nu echt echt écht dat de bevalling vóór maandag inzet.