donderdag 28 november 2013

Missen en gemist worden

De heimwee heeft toegeslagen, na ongeveer drie, vier maanden hier te zijn. Ik voelde het al aankomen, maar ik dacht dat het wel weg zou gaan als ik het zou negeren. Dat nare gevoel gaat vast wel weg. Maar zo werkt het niet. Na me twee, drie weken niet al te best te voelen, had ik dan eindelijk het absolute dieptepunt bereikt; ik was langzaam een diepe put ingegleden. Helaas viel dit op een werkdag voor mij. Ik kon amper iets niet-werkgerelateerds uit mijn strot krijgen zonder in kleine stukjes te breken en uit elkaar te vallen.
De dag heb ik overleefd, en op weg naar huis besloot ik dat ik maar eens moest toegeven aan het nare gevoel. Eenmaal thuis pakte ik het emigratieboek erbij. In het begin, toen ik hier net was, maakte het lezen van het boek mij verdrietig en miste ik iedereen nog meer dan ik al deed. Maar deze keer werkte het anders; als ik het nu lees word ik er gelukkig van.

Het boek betekent veel voor mij. Wanneer ik het lees weet ik dat ik een thuisbasis (al mijn vrienden en familie) heb wat ontzettend trots op mij is en mij nooit zal vergeten. En weet je, het is wederzijds. Ik ben trots op mijn thuisbasis. Zij hebben mij laten gaan om mijn dromen te volgen. Daar is niet alleen lef voor nodig van mijn kant, maar misschien nog wel meer van hun kant.

Inmiddels voel ik mij stukken beter. Er is niets mis mee om af en toe een avond sip of chagrijnig op een stuk chocola te kauwen en je af te vragen wat je nou in hemelsnaam met je leven aan het doen bent. Een antwoord is er niet. Ik ben opgehouden met plannen te maken, ik zie wel hoe het loopt en waar ik terecht kom. Om mijn leven makkelijk en overzichtelijk te houden blijft mijn hoofd maar met ideeën gooien;
Ga terug naar Mexico en daar werken - Goed plan
Nee, wacht, ga naar de Nederlandse eilanden en ga daar werken - Ok, topidee
Of misschien moet je toch maar hier blijven en een baan zoeken die beter bij je past -  Ja, dat kan ook
En misschien kan je dan burgerlijk worden, kinderen krijgen enzo - Dat is mogelijk
Maar je wilde toch rondreizen, dat moet je doen! -  Inderdaad
Je wilt in ieder geval niet terug naar Nederland - Nee, dat klopt

Ja, dus ik weet nog steeds niet wat ik wil. Ik kan niet alles doen. Het enige wat tot zover vast lijkt te staan is dat ik niet terug wil naar mijn vaderland. Zal je net zien dat ik daar straks weer op de stoep sta.

vrijdag 1 november 2013

Eventjes weg

Wie mijn vorige blog heeft gelezen, zal zich wel gerealiseerd hebben dat ik mij op het moment van schrijven lichtelijk verloren voelde. Ik zat ziek (kreupel) thuis en had teveel tijd om na te denken over de grote en kleine vragen des levens.
Nu loop ik weer als een kievit (alleen rennen is nog niet echt een goed idee) en heb ik het idee dat ik weer op de rails ben. Of dit het goede spoor is en waar het naartoe leidt, weet ik niet.

Voor mijn visum/werkvergunning moest ik van het eiland af. Ik werd naar Miami gestuurd, en mocht daar best een paar dagen blijven. Dat liet ik me geen twee keer zeggen. Mijn taak was om bij het consulaat langs te gaan met een stapel papierwerk en mijn paspoort. Voor de rest mocht ik het zelf uitzoeken. Een mini-vakantie dus.
Het was erg fijn om er even tussenuit te zijn. Misschien moet ik meer reizen en minder werken. Maar reizen is niet gratis. Of misschien moet ik reizen als baan. Zou dat ideaal zijn, of zou ik het dan ook weer zat worden? Ik ben iemand die behoefte heeft aan afwisseling (sleur is dodelijk), maar een thuisbasis waar ik naar terug kan keren is ook belangrijk. Zo zie je, ik zit toch nog een beetje in de knoop. Maar ik ga heus wel ontdekken wat ik kan en wil doen met mijn leven.

In Miami heb ik een aantal dingen geleerd; 'the Netherlands' is toch echt te moeilijk, 'Holland' is een plaats in de USA, 'Amsterdam' is het tofste land ter wereld, en 'Europa' is een goede tweede.
Verder; Als je geen Mustang rijdt, tel je niet mee, ze rijden aan de goede kant van de weg (MAN, WEEEEEET JE HOE FIJN DAT IS, NA AL DAT ACHTERLIJKE LINKSRIJDEN?! Ja. Hier had ik echt capslock voor nodig) en de persoonlijke ruimte is zeer groot. Overal fietsers, skateboarders en rolschaatsers. Iedereen komt overal vandaan, maar nooit uit Miami zelf. Zowel mijn Acie '08 shirt als retro-mtv shirt werden zeer gewaardeerd. Alles is $20, er is meer Bob Marley dan in Jamaica, ik ga door voor een local totdat mijn accent gehoord wordt, overal bachatta en Cohiba, minstens 2 tattoo artitsts in één block, een overdaad aan bordjes; 'Now hiring' 'No trespassing' 'For your protection'
Maar het belangrijkste wat ik er heb ontdekt is dat wat ik mis in Jamaica. Vrijheid. Vrijheid in de vorm van de straat op kunnen gaan en kunnen rondhangen (ik woon naast de snelweg) en nieuwe mensen ontmoeten, of gewoon mensen kijken. Met het OV of de fiets makkelijk ergens naar toe kunnen, en dan ook makkelijk terug kunnen komen. Dat is wat ik mis.

vrijdag 4 oktober 2013

Wat zou ik thuis doen?

De meesten van jullie zullen het wel meegekregen hebben; ik heb een klein ongeluk gehad waardoor mijn heup beschadigd is. Pijnstillers eten, thuisblijven en nietsdoen was het doktersadvies.
De eerste dag was het genieten. De pijn was weg, ik was in een roes en de rust was fijn. De tweede dag begon de rust mij al een beetje te vervelen. En de derde dag was ik het zat.
Als je veel tijd en weinig te doen hebt, dan maakt je hoofd overuren. Mogelijke scenario's over alles. Eén van de vragen die mij lastig viel is: wat zou ik thuis doen. Dat, en de vraag wat moet ik met mijn leven, maar die vraag kan ik pas beantwoorden als ie wordt gesteld als wat heb ik gedaan met mijn leven.

Enfin, wat zou ik thuis doen?
Ik zou afgestudeerd werkloos thuis zitten in het kamertje bij mijn ouders in huis. Iedere dag zou een sleur zijn van werk zoeken en dingen zoeken om mezelf mee bezig te houden. Ik zou het uitzendbureau tot in den treure lastigvallen en uiteindelijk een baantje vinden wat geen reet met mijn studie te maken heeft en waar ik niet verder in zou kunnen groeien. Ik zou vakkenvuller zijn bij de Appie, ware het niet dat ik daar te duur voor ben. Ik zou mezelf afvragen of ik toch niet een Master zou moeten volgen, maar het uiteindelijk toch nooit doen.

Ik zou met mijn vrienden rondhangen die hetzelfde lot hebben; hard op zoek zijn naar een passende baan. Of gewoon een baan. Punt. Weinig geld, veel gein.
Door de werkloosheid en de afwezigheid van studie zou ik meer buitenspelen, want binnen zitten is zo naar. Ik zou een goed sportregime hebben, en op het moment dat ik me dat besef, zou het compleet inkakken, wordt het winter, donker, koud en zou ik mijn bed niet meer uitkomen.

Ik zou dromen van betere omstandigheden, turend naar de wereldkaart boven mijn bed.
Ik zou blij zijn met wat ik heb, etend met mijn ouders, ruziënd met mijn broertje en rondhangend met mijn vrienden.
Ik zou niet weten wat ik zou moeten doen.



dinsdag 17 september 2013

Denkend aan Nederland

Eén van de boeken die ik bij me heb is Heimwee naar Nederland van Martin Bril. Nu heb ik geen heimwee, maar het leest toch wel erg fijn. Vooral het stukje over het August Allebéplein. Ik zie het zo voor me, en mis dat plein toch wel een beetje. Vroeger, toen het politiebureau nog een bioscoop was. Zou ik het plein nog herkennen? Het zal in grote delen vast nog hetzelfde zijn, al weet je het het in Amsterdam nooit. De gemeente houdt nou eenmaal van bouwputten en de boel ontoegankelijk maken.
Mocht je langs het plein komen, maak een foto en stuur het naar me toe.

In het begin van het boek is het hoofdstuk te vinden waarin staat 'als ik denk aan Nederland, waar denk ik dan aan?' En er volgt een mooie opsomming. Het zet wel aan het denken. Waar denk ik aan? Niet aan exact dezelfde dingen. Maar gedachtes gaan samen met herinneringen, en gezien ik geen herinneringen deel met de schrijver, is het niet zo gek dat Nederland mij aan andere dingen doet denken.
Misschien pleeg ik nu een klein beetje plagiaat, maar er zit een stukje van mijn ziel in, dus dan mag het;

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan achterop de fiets zitten, tegen de wind in trappen, stoplichten die altijd op rood springen als je eraan komt en rotondes die een onveilige situatie toch niet veiliger maken

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan verdwalen in Zuid, de grillburger van de Febo en de shoarmaboer die niet iedereen verstaat. Aan culturen die niet zomaar naast elkaar leven maar toch veel meer verweven zijn dan men zich beseft. Aan haat aan anderen en liefde voor anderen. 

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan wasgoed aan de lijn en schotels op het balkon, aan de trams die de toeristen op een gehuurde fiets verwarren. Aan de keurige indeling van woonwijken, bermen en parkjes.

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan de plaatsen uit je jeugd die je nog zo helder voor je ziet, maar eenmaal op dezelfde locatie blijkt de bouwputmanie hier ook te hebben toegeslagen. Aan je buren niet kennen maar toch iedereen kennen.

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan het kleine eren, maar toch overal over klagen. Aan de kleur oranje, het vreemde volkslied, sporadische saamhorigheid en verder naast elkaar leven.

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan het Rijksmuseum wat verbouwd wordt, aan de Noord-Zuidlijn, rookworst van de Hema en ijsjes van Van de Linde. Aan vette weilanden met vee en een donkergrijze lucht. Soms een blauwe lucht.

Als ik denk aan Nederland waar denk ik dan aan?
Aan dat bij de eerste zon van het jaar de terrassen vol zitten, rosébier, gedrogeerde toeristen en de kerstshow van het tuincentrum. Aan leren schaatsen op de bevroren sloot en hopen dat je ooit helemaal naar school toe kan schaatsen

En aan poep op de stoep.




donderdag 22 augustus 2013

De eerste maand

Inmiddels ben ik hier iets meer dan een maand. En zover bevalt het prima. Uiteraard was het wennen in het begin, en ben ik met het 'gewend raken' nog niet helemaal klaar, maar het gaat goed.

Integreren
Ah, ja, het mooie woord waar de politiek van het landje onder de zee los op gaat. Integratie. Ik kan je vertellen: het is niet makkelijk. Je moet een andere taal spreken dan je moedertaal, leven in een ander klimaat, je ziet er anders uit dan de rest, er heersen andere gewoontes en etiquette, niets lijkt hetzelfde. 'Je past je maar aan', zoals men (die types van een bepaalde partij uit het zuiden des lands) makkelijk zegt . Het is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe graag je ook in je nieuwe maatschappij wil passen, zodra je iemand tegenkomt die uit jouw land komt, spreek je daarmee je eigen taal en hang je met die mensen rond. Het thuisgevoel, om het zo maar te zeggen.
Het integreren gaat prima. Langzaam maar zeker; aan sommige dingen ben ik gewend, andere gebruiken verbazen mij nog.
Het grootste probleem van het aanpassen, voor mij althans, is het niet gebruiken van de eigen taal. Uiteraard lees en schrijf je nog wat, maar het gaat rap achteruit. Te beginnen met de verleden tijd van werkwoorden die je niet vaak gebruikt. Was het een zwak of sterk werkwoord? Waar verandert de klinker in? De volgende stap is 'de' en 'het'. Nog niet het lidwoord an sich, maar de verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord. Met of zonder 'e'? 'T Kofschip is nog niet gezonken, maar ik kan niet voorspellen hoe lang het nog zal blijven varen.

Leuke dingen
Hee jaa, er gebeuren ook leuke dingen hiero. Zo ben ik op twee van de drie excursies geweest. Je moet weten wat je verkoopt, nietwaar?
De eerste waar ik naar toe ben geweest is de lagune waar plankton in leeft dat oplicht wanneer je ze verstoort. Dus als je er gaat zwemmen in het donker, licht het water om je heen op. Dat was een onwijs toffe ervaring, en al het bezoek wat bij mij langs komt, kan zich er op voorbereiden dat ik ze ervan ga overtuigen om mee te gaan op deze excursie.
De tweede excursie die ik heb gedaan is naar een mangrove. Een zoutwatermangrove, gelukkig. Na die miljarden en miljarden muggen in die verdomde mangrove nabij het kamp in Mexico, heb ik mijn portie wel gehad. Maar geen muggen dus. En ook geen krokodillen. Bij dit tripje ga je eerst kajakken in de bossen, en later snorkelen bij het rif. Dat snorkelen is echt de moeite waard! Artis aquarium in het echt én beter.
T was tof om deze excursies te doen. Niet alleen omdat ze leuk zijn, maar ook omdat ik maar één dag in de week vrij ben. Het is dus lastig om dan echt iets te ondernemen. Op deze manier heb ik toch nog wat gedaan.
Vandaag heb ik voor het eerst gedoken. Het was wat eng en onwennig, maar het ging goed. Het zal zeker niet de laatste keer zijn! Het zal wellicht lang duren voordat ik mijn certificaat haal omdat ik alleen op mijn vrije dagen kan duiken, maar he, ik heb geen haast. K zit hier nog wel even.

Verder, ach, het gaat zn gangetje. Ik ga vol goede moed naar t werk elke dag, en kom de meest uiteenlopende mensen tegen. De hoofdcategorieën:
- leuke, normale mensen die ontspannen op vakantie zijn
- doorgedraaide stresskippen
- hoe kan een mens echt zo dom zijn
- heb jij ooit manieren van je moeder geleerd
- kauwgomkauwers. Ookwel koeien.
- invasies

De invasies zijn wel het ergste. Ze komen met een groep van 5 of meer (soms oplopend tot een man of 25) naar je balie toe. Ze verwachten dat jij ze allemaal tegelijk verstaat als ze tegen je spreken. Omdat het een groep is, zou je verwachten dat men heeft overlegd, en dat ze weten wat ze gaan doen, of dat ze tenminste een woordvoerder hebben. Maar dat zou uiteraard te makkelijk zijn. Wanneer je de groep eindelijk hebt weggewerkt, moet je even op adem komen. Met de gedachte dat ze morgen, of dezelfde dag nog, weer met z'n allen voor je neus staan.
Ter illustratie: Een invasie van Aziatische (met name Chinese en Japanse) toeristen is te vergelijken met een zwerm meeuwen. Ze zijn er ineens, zijn luid, chaotisch, je voelt je lichtelijk aangevallen, en ze produceren een vergelijkbaar geluid als meeuwen. Ik weet niet of meeuwen dit ook doen, maar ze verwachten dat je hun taal spreekt en roepen termen naar je die niet zouden misstaan bij de afhaalchinees. Mijn gebarentaal voor alle culturen en leeftijden gaat met sprongen vooruit. Evenals mijn geduld. Mijn agressie spaar ik op tot we weer gaan voetballen met het team. Werkt tot zover vlekkeloos.

woensdag 31 juli 2013

Dagelijkse dingen

In mijn vorige blog had ik het erover hoe het was om afscheid te nemen, hoe de reis ging en hoe de eerste paar dagen hier waren. Nu ik mijn draai wat meer gevonden heb, kan ik wat meer over het dagelijks leven vertellen.

Taxi
Hoewel werk erg dichtbij is, is het geen doen om te lopen. In Nederland zou je het makkelijk kunnen doen, maar in dit klimaat is het een ander verhaal. En laten we vooral het verkeer niet vergeten. Linksrijdend gekkenhuis. 
Iedere dag neem ik dus de taxi naar en van werk. Soms met collega’s, soms alleen. 
De taxi’s zijn niet de taxi’s zoals je die in Nederland hebt. Het zijn rammelende wagens, en ze rijden een vaste route. Langs die route pikken ze mensen op die aangeven mee te willen. Als ze komen aanrijden en ze zien je langs de weg staan, dan toeteren ze om aan te geven dat er nog plek is. Als je dan je hand uitsteekt, stoppen ze voor je. De ene dag heb je een taxi helemaal voor jezelf, maar meestal deel je m met vier anderen. De ritprijs staat vast, $80 (Jamaicaanse dollars) voor een enkele reis. Ga je verder, zoals richting downtown, dan wordt het $100 of $150. De huidige koers is $133 voor €1. Dus dat is niet duur.

Eten
Wat wel duur is, is zo ongeveer alles. Voor een gallon (nog geen twee liter) melk betaal ik bijna 4 euro. Voor de rest is alles wat geïmporteerd wordt (en dat is veel, Jamaica is immers een eiland) betaal je de hoofdprijs. Douchegel is 8 euro. Hoppa. Een vervelend grapje is dat de prijzen die overal staan aangegeven zonder belasting zijn. Bij de kassa komt er dus nog geld bij. Bijzonder naar concept.
Ik ben dus erg blij dat ik op mijn werk goed kan eten. We eten lunch van hetzelfde buffet als de gasten, dus dat is prima te doen, al heeft de kok wel eens een slechte dag. Meestal is het goed te bikken en eet ik dan ook flink veel. Ontbijt en avondeten is in de management-kantine. Nou klinkt dat indrukwekkender dan het is, t stelt niet bijster veel voor. Voor ontbijt is het nog prima, maar het avondeten eet ik alleen als ik moet overwerken. Eens in de zoveel tijd moet je op de basis blijven totdat de avondexcursie terug is. Het komt erop neer dat je niets doet van 1800 tot 2100 en vervolgens helpt met de boot uitladen. Voor het avondeten wat voorgeschoteld wordt, zou ik dus niet terugkomen. Het is het taxiritje niet waard.
De mensen die bij mij langs willen komen op vakantie of gewoon voor de leuk, die kunnen een boodschappenlijstje verwachten. Goede ruil toch, een logeerplek in ruil voor wat goederen?

Sociaal leven
Omdat ik zes dagen per week werk, denk ik niet dat ik echt kan spreken over een sociaal leven. Dat, en dat ik mijn sociale leven in Nederland heb achtergelaten. Na dit jaar zal ik dus pas weer sociaal kunnen doen. Of tijdens de bezoekjes die ik mag ontvangen.
Dat klinkt misschien wel een beetje erg dramatisch. Op donderdagen hebben we een sportavond. Op het veldje van het wooncomplex gaan we voetballen of rugbyen. Tot zover hebben we alleen gevoetbald, waar ik blij om ben. Ik kan nog redelijk inschatten waar een ronde bal naartoe gaat, maar zo’n raar eivormig ding? Levensgevaarlijk. Soms spreken we af om een drankje te doen in een café verderop of bij de Beach Bar. Dat is een klein barretje net buiten het complex. Het staat zo ongeveer onder mijn raam, en ze spelen luide muziek aan het eind van de week. Ik lig er absoluut niet wakker van, slaap er zelfs heel goed op. Wat mijn collega’s bijzonder grappig vinden. Mijn appartement is vaak verlaten en ingeruild voor eentje verderop vanwege de muziek. Mja, in Beverwijk heb ik 2 jaar boven een café gewoond, dit is dus niets nieuws. Zoals ze zeggen; ik ben perfect voor dit appartement. Ik zal kijken of ik het mee kan nemen als ik wegga. Inclusief palmbomen en klimaat.

Fooi
In de beschrijving die ik kreeg van dit werk, stond dat de fooi kan oplopen tot $25 US per dag. Kweenie waar dat gebeurt, maar niet hier.
De fooi die ik tot zover heb gehad is niet bijster indrukwekkend. Er zit wel een grappig patroon in; alle fooi die ik tot zover heb ontvangen, heb ik van Duitsers gekregen. Ik denk dat het is omdat ik Duits versta, ook al antwoord ik ze in simpel Engels. Of vanwege Europese saamhorigheid, dat zou ook kunnen. Het hotel zit voornamelijk vol met toeristen uit Canada, de VS, Chili, Peru of Argentinië.
Ik kan mijn Spaans dus lekker oefenen; ik hoef niet bang te zijn dat het zal verslijten en verdwijnen.
Als ik iets niet versta, zeg ik ‘mande?’, wat ze in Mexico zeggen als je iets niet hebt verstaan. Met als gevolg dat de toerist in kwestie hard/verbaasd/blij ‘Mexico!’ roept. Het is een goede ijsbreker.

Hosselen
De eerste week dacht ik nog wel dat het mee zou vallen met het hosselen, maar ik wordt t nu toch wel een beetje zat.  
Een van de meest bizarre tot zover: ik zat in de taxi op weg naar huis, zonder collega’s. Op het punt waar ik uit moest stappen gaf ik het geld en zei dat ik eruit moest. Zegt een taxi-genoot ineens uit het niets ‘Can I come?’. Wablief? Mijn antwoord hield ik kort en simpel ‘No, thanks’. De vrouwen in de taxi moesten hardop lachen en gaven me kudo’s. Aight. Ik kom er heus wel met t integreren.


woensdag 24 juli 2013

Ya mon

Misschien lijkt deze titel wat te stereotype, maar werkelijk iedereen zegt het om de haverklap. Ya mon. Ik doe het zelf (nog) niet, ik voel me daar nog niet local genoeg voor. 
Het is een lange blog deze keer, want het omvat zowel mijn afscheid, reis, aankomst en eerste tijd hier in Jamaica. Gebrek aan internet, jwz.

Afscheid
Zo ongeveer iedere post heeft dit kopje. Dat is niet zo vreemd, het afscheid nemen is ontzettend belangrijk. Of, dat is het tenminste voor mij. Bij Ik vertrek zie je wel dat mensen hun laatste werkdag hebben, nuchter en traanloos naar huis fietsen, daar nog de laatste spullen inpakken, en de volgende dag vertrekken. Of een simpel afscheidsfeestje en de volgende dag 'houdoe en bedankt'. Typisch. Of zou het een regisseurskunstje zijn? Je ziet ze ook nooit echt heimwee hebben, maar dan wel weer fantastisch de mist in gaan met Franse aannemers, Italiaanse leveranciers en buitenlandse bureaucratie.

De laatste twee, drie weken heeft het afscheid nemen van vrienden en familie mijn meeste tijd en energie gekost. Daar ben ik blij om. Blij dat ik niet gehaast iedereen nog even af moest gaan, nee, gewoon een complete dag of avond met iemand of meerdere iemanden doorbrengen. Gezellig, zonder opsmuk. Veelal eetdates, want de liefde voor eten komt wel in al mijn vrienden terug.
En dan, het afscheid. De afspraak was leuk. En nu. Nu zie ik je niet meer. Dit is het dan.
'Okee, zie je later', waterige oogjes, oprechte tranen; ieder afscheid was anders.
Het afscheid is voor mij anders dan voor de achterblijvers. Ik ga weg, aan mijn toekomst beginnen. Zij blijven achter, en zullen nog steeds (hopelijk!) deel uitmaken van mijn toekomst, maar het zal anders zijn. De afstand is groot en je kan niet even langsgaan.

Het waren twee weken en een beetje. Het voelde als een eeuwigheid, op een positieve manier. Alsof het eindeloos was, altijd zo zou blijven. Maar die ene dinsdag kwam toch steeds dichterbij. Op maandag voelde dinsdag ver weg. Op dinsdag voelde dinsdag ook ver weg. Alsof er niets zou gebeuren.

Boeddhistisch inpakken
Al eerder heb ik het over het inpakken gehad. Ik dacht dat ik wel tevreden was met de selectie die ik had gemaakt, maar nog steeds vindt mijn inwendige zwerver het teveel, en heb ik nog nét voor vertrek (de dag ervoor) alle dozen opnieuw uitgespit. En nog, nog steeds vraag ik me af of ik überhaupt wel spullen mee moet nemen.
Mijn backpack heb ik volgestouwd met kleding, aangevuld met wat shampoo, douchegel en meer van dat voor de eerste tijd. 17 kilo totaal, en ik zou daar gewoon van kunnen leven voor een flinke tijd (qua kleding dan he). Makkelijk.

Het is wel gek, zeker als je weet dat toen ik op kamers ging, ik 40 verhuisdozen had. Van die grote dingen, tot de nok toe volgestouwd. Vele verhuizingen later zijn daar nog maar 20 halve dozen van over. Dus 10 normale dozen. Nog vind ik het teveel.
Ik ben veranderd van iemand die alle zooi met zich meesleept naar iemand die alleen het nodige meeneemt. Het belangrijkste heb ik altijd bij me. De mensen die mijn in leven zijn gekomen. Ook al zijn ze niet bij je, ze zijn toch bij je.

Aankomst
De vlucht was oke. Hoewel ik een gewone pauperstoel had geboekt, zat ik op de vlucht naar Atlanta in Economy Plus. Waar ze zegmaar wel beenruimte hebben. Dat was dus wel chill, helaas zat er ook een mevrouw in de rij achter mij die vier kleuters bij zich had. Als de ene klaar was met de huilbui, begon de andere. En dat 8.5 uur lang.
In Atlanta deed de douane, zoals verwacht, moeilijk. Ik weet niet precies waarom, maar in de VS word ik als verdacht persoon behandeld. Gelukkig wist ik alle vragen naar de zin van de 2m bij 2m doanemeneer te beantwoorden, en moest ie zelfs een beetje lachen. Nu mogen ze dat niet, dus was het een scheve grijns met trillende mondhoeken.
En nu begon het. 12 uur in transit. Ik dacht dat ik dit makkelijk aankon, gezien ik 9 uur in terminal 2 (die ene waar niets te doen is) in Mexico-Stad overleefd had. Nou, ja, mis. Ten eerste was dit ‘s nachts, en het verschil tussen 12 en 9 uur voelt toch groter dan de 3 uur die het werkelijk zijn.

Eindelijk was het dan ochtend, en probeerde ik mezelf wat te ontkreukelen. Maar het nieuws van CNN, wat de hele nacht aanstond op heel het vliegveld, bleef in mijn hoofd doordreunen, en slapen op wachtruimtestoeltjes is niet al te best voor je lichaam. Nog flink verkreukeld sleepte ik me naar de gate waar mijn vliegtuig naar Montego Bay zou vertrekken. Het personeel had er in ieder geval zin in. Er stond dikke reggae op, en de omroepen waren niet voor extra paspoortcheck, nee; ‘Are you ready for Montego Bay? Shout Ya man! We want to see you dancing man, you’re going to Jamaica, man’
Na een, voor mijn gevoel, lange, en koude vlucht, was ik er dan eindelijk. Montego Bay. Maar toen ontstond er een klein probleem. Immigratie wilde mij het land niet in laten omdat ik geen hotel-reservering had. Onthou dat! Als je ooit naar Jamaica gaat, reserveer iets, anders is t retour afzender.
De douanebeambte stuurde mij naar het tourist office waar ik een hotel moest fixen. En dan zou ik terug mogen komen en nogmaals mogen proberen het land in te komen. Dit tourist office zit vlak voor de doane, dus het zal vast vaker voorkomen. Ik heb het goedkoopste hotel besproken, maar niets betaald of bevestigd. Ik kreeg een kladje mee met daarop de naam van het hotel, en dat was blijkbaar wel goed. Toen kwamen er nog vragen over mijn inkomen. Ik bedacht een mooi bedrag, en werd dan eindelijk toegelaten.

Met behulp van een kruier en een taxi kwam ik op de plaats van bestemming. Allebei maakten ze flink misbruik van het feit dat ik alleen was en een blank huidje heb. Op dat moment kon het mij niet zoveel schelen dat ik teveel moest betalen. Ik was eindelijk aangekomen.

Op het bedrijf kreeg ik een uniform en introductie. Meteen werken? Jazeker.
Het was zwaar, de jetlag in combinatie met de lange reistijd; en dus het lange wakker zijn, snotverkouden door de airco en met pijnlijk dichtzittende oren (die aan het eind van de week pas weer helemaal open gingen) Gelukkig hoefde ik niet meteen vol aan de bak, maar moest ik een beetje kijken hoe alles in zn werk ging.
Rond een uur of vier werd ik, met al mijn zooi, weggebracht naar mijn crib. Eerst stopten we nog bij de supermarkt, zodat ik de nodige dingen kon kopen. De afstanden hier zijn groot, omdat alles eigenlijk aan één weg zit.
Uiteindelijk werd ik bij mijn nieuwe thuis afgezet. Ik heb een appartementje voor mezelf. Het zit in een oud hotel, en heet Sea Castle. Ik heb de neiging het White Castle te noemen, gezien de gebouwen wit zijn (en ook echt op kasteeltjes lijken). De rest van het niet-jamaicaanse personeel woont ook op deze locatie, verspreid over meerdere gebouwen. Er is een bar, een zwembad, en mijn huisje kijkt uit over het strand.

Het voelt vreemd. Nu ik in Jamaica zit, wordt er van binnen aan twee kanten aan mij getrokken. Mexico roept, en mijn vrienden en familie in Nederland roepen. Het is ongelooflijk en niet te beschrijven hoe erg ik iedereen mis. Ik heb mijn migratieboek nog niet aangebroken, ik voel vanzelf wanneer de tijd daar goed voor is.
De eerste tijd zat ik zonder telefoon en internet. Dat was niet erg bijster prettig. Af en toe zette ik het veel te dure internationale roamen aan op mijn telefoon (dat deed het dan weer wel) om iets van mij te laten horen aan het thuisfront. Ik vrees voor de rekening.. maar het was t hoe dan ook waard om even iets te laten horen of appjes te ontvangen. Liever zou ik met ieder apart contact opnemen, maar dat was niet te doen. Deze schade wordt zeker ingehaald! Ik word namelijk wakker wanneer de zon opkomt, rond 5, 6 uur lokale tijd. In Nederland is het dan 1100. Dat is goed te doen. Ik kom rond 1800 uur lokale tijd thuis uit werk (soms eerder), en dan is het vaak al te laat om te chatten of skypen.

Wennen
Het is altijd wennen in een compleet nieuwe omgeving. Niets is vertrouwd, behalve de spullen die je van thuis hebt meegesleept (en jemig, ik heb echt teveel kleding mee; k draag zes dagen per week een uniform). Maar, als je eenmaal je draai hebt gevonden in je werk, je collega’s beter hebt leren kennen, en het Jamaicaans wat Sean Paul in zijn liedjes uitkraamt verstaanbaar wordt, dan komt je ziel wat tot rust. De eerste paar dagen had ik de neiging om terug te gaan. Maar ik wist dat ik dat in Mexico ook had in het begin, en uiteindelijk vloog dat halfjaar om. En inderdaad, waar de eerste week zo eindeloos leek aan het begin, zo snel leek de tijd verstreken toen ik eenmaal aan mijn eerste vrije dag toegekomen was.
Een jaar is wel lang. Maar na dit jaar, wie weet.

Mijn vliegtuig landde veel eerder dan ikzelf. Ik ben nu ook geland, en voel mij redelijk op mijn plaats. Als er eens een manier was om de mensen van wie ik hou samen te hebben met het wonen in een relaxed klimaat, dan zou ik echt intens gelukkig zijn. Maar ik kan het mensen niet opleggen om bij mij te komen wonen, en ik zou liever niet terug willen naar Nederland. Het zou prima zijn in de zomer, maar zodra de winter komt, slaat de melancholie weer toe en voel ik mij dramatisch genoodzaakt een winterslaap te houden.

Het is maar goed dat ik al eerder in een land in dit continent geweest ben. Het hosselen is niet van de lucht. De Mexicaanse en Jaimaicaanse voorstellen zijn gelukkig één pot nat, dus geen gewenning meer nodig; de resistentie is al aanwezig. Ik had al 5x getrouwd kunnen zijn als ik af was gegaan op het ‘Hey baby, you pretty, marry me.’ Ze noemen zichzelf smooth talkers. Hmm, kweenie, ik denk niet dat ik dit smooth zou noemen. Een ander voorbeeld is dat ze nog netjes beginnen, ze zeggen iets over mijn lengte, dan komt het al gauw op mijn lange benen (voor mijn gevoel zijn die niet bijster lang, maar ok) en dan is het einde zoek en krijg ik x-rated voorstellen naar mijn hoofd geslingerd. ‘Once you go black, you never go back’, maar dan met meer details. Smooth talkers, jaja. Ik ben vooral bezig om mijn lachen in te houden. ‘Wat you smilin for girl?’  'I am always smiling, get used to it.' Met een lach, uiteraard.

Mon
Op het werk zijn zowel buitenlanders (waar ik er dus een van ben) als locals aan het werk. De locals communiceren onderling in het creools wat ze hier spreken. Ik had het eerder over de liedjes van Sean Paul. Wat hij uitkraamt is niets, maar dan ook niets vergeleken met het echte Jamaicaans. Een deel is af te leiden van verbasterd Engels of Spaans en een deel komt ook terug in de straattaal in Nederland (van alle woorden die je kan verzinnen: Batty boy. Jawel.) de rest is soep. Ik weet niet precies wat het is, maar dat komt vanzelf wel. Gelukkig neem ik een taal snel op. Een accent ook. Ik zet nu al, zoals dat hier hoort, zo ongeveer overal ‘mon’ achter. How are you mon? Good mon, and you.  Good, thanks mon. Have a good day mon. En dat is alleen nog maar het taxiritje naar werk. Dan moet ik nog door twee checkpoints (ik werk bij een duur hotel, dus geen gevaarlijke spullen naar binnen brengen of bestek mee naar huis nemen!), dus de mon-counter loopt snel op. Met de gasten wordt Queen-English gesproken, dus de mon blijft daar achterwege. Maar onderling met al het personeel, hoppa, gaan we weer.

maandag 1 juli 2013

Elimineren is ook presteren

Dit zou wel eens de laatste post kunnen zijn die ik maak vanuit Nederland. Als ik tijd/inspiratie heb, volgt er nog eentje. Maar de kans is niet al te groot.

Nog twee weken, en dan ben ik weg. Hoewel ik het nog steeds niet kan geloven, wordt het wel steeds echter.

Regelen en hosselen
Op het moment wacht ik op post uit Jamaica, op mijn VOG-formulier. Zodra die op mijn deurmat ligt, vraag ik de spoedprocedure aan. Als je een werkvisum wil hebben, of officieel gaat emigreren, mag je in veel landen geen strafblad hebben. Met de VOG kan ik dat bewijzen.
Ik heb tot zover nog niet heel veel formulieren hoeven invullen (dat was voor Mexico wel anders destijds) maar misschien komt dat nog. Mijn sofinummer ken ik uit mijn hoofd omdat ik het al zo vaak heb moeten opschrijven, soms zelfs in vijf-voud. Dacht je dat Nederland van bureaucratie hield? Mexico nog meer. En dat was slechts toen ik een pakketje van het postkantoor kwam ophalen. Ik ben benieuwd hoe dat in Jamaica in zn werk zal gaan.
Het VOG formulier is alleen in het Nederlands beschikbaar. Want iedereen spreekt die taal natuurlijk, een Engelse versie is nergens voor nodig. Eerst dacht ik om het formulier te vertalen en naar mijn ft-werkgever te sturen, maar uiteindelijk hebben we besloten dat ik het formulier invul zoals zij dat moeten doen, het naar hen toestuur per mail en zij het formulier vervolgens precies zó invullen als het voorbeeld wat ik heb gemaakt. Probleem vermeden.

Ik ben nu de laatste dingen aan het opzeggen. De gemeente is op de hoogte, mijn zorgverzekering, huisarts en de bloedbank weten ook dat ik foetsie ga. Het gaat rap zo.
In het begin van het emigratieavontuur bleef mijn to do lijstje maar groeien. Iedere keer als ik één onderdeel kon wegstrepen, kwamen er weer twee voor terug. Maar nu ben ik aan het einde van het regel-avontuur. Het lijstje wordt korter en korter. Er blijft weinig over om nog te regelen. Dat is een fijn gevoel, om alles gefixt te hebben vóór vertrek, maar het is ook confronterend. Nog maar een handjevol dingen te regelen en dan is het klaar. Op. Dan ga ik weg.

La ultima hola
Het to do lijstje wordt korter, maar het aantal vrienden die ik voor het laatst heb gezien, neemt toe. Het is een raar idee. Ik ben helemaal niet goed in afscheid nemen. Wat niet bijster handig is wanneer je gaat emigreren. Ik wil ook helemaal geen afscheid zeggen en iedereen achter mij laten. Ik zeg liever tot ziens, en dat men bij mij langs komt op vakantie, dat we tegelijk een vakantie in een ander land afspreken, of wanneer ik terug ben in Nederland, we elkaar dan weer zien.

Het is heel erg moeilijk om weg te gaan. Ik laat dat misschien niet altijd blijken, maar het is zwaar. Toch moet ik gaan, ik kan niet blijven. Dat gevoel is lastig uit te leggen. Misschien snap je zoiets pas als je het zelf meegemaakt hebt. Ik weet het niet.

Ik ben heel blij met mijn emigratieboek. Het idee is dat men daar iets tofs, grappigs, beledigend of wat dan ook in schrijft. Als het maar betrekking heeft op de gene die schrijft en op mij. De kaarten en briefjes die ik van oud-collega's heb gekregen, heb ik ook in het boek gestopt. Het is verleidelijk om het nu al te lezen, maar dat doe ik niet. Wanneer ik last van heimwee heb, pak ik het boek erbij en ga ik huilend en lachend lezen. En dan voel ik me even weer terug in Nederland, bij mijn homies.

Afstuderen
Je zou bijna vergeten dat ik ook nog bezig ben met afstuderen. Het is wel een afrader hoor, emigreren en afstuderen tegelijk. Doe het niet. Ga óf afstuderen, óf emigreren. Of beter nog: als je je gelukkig voelt in je nieuwe buitenland: kom niet terug. Het klinkt misschien als een vreemd advies, maar dit is wel de les die ik op de harde manier heb geleerd.

Inmiddels heb ik mijn colloquium gehouden en ben ik bezig om de verbeteringen aan mijn scriptie door te voeren.

Mijn colloquium ging anders dan verwacht. Alle colloquia waren in een achteraf gelegen pittoresk lokaaltje gepland. Ik had gerekend op maximaal 15 personen die mijn presentatie de moeite waard zouden vinden. Helaas, mis. Er kwam 60 man opdagen, en mijn colloquium werd verplaatst naar het auditorium. Verassing! Zelf was ik niet bijster tevreden met mijn presentatie. Het ging wel ok, maar meestal presenteer ik beter. Ik verwachtte een magere voldoende. Mijn begeleiders waren het niet met mij eens. Nou gebeurt dat best vaak, maar vrijwel nooit op een positieve manier. Waar ik mezelf een 6 had gegeven, kreeg ik een 7.3. Ok, cool. Voor alles is een eerste keer.

Scriptie verbeteren gaat niet bijster snel, maar ik heb echt het gevoel dat wat ik er nu van maak goed is, dat het nu wél is wat mijn opleiding wil zien. En daar gaat het om: het moet nu gewoon goed zijn. Ik ben blij dat ik een ruimere deadline heb, vooral omdat ik naast het scriptie-en-aanverwanten-feest ook bezig ben om afscheid te nemen. Het is fijn dat ik mij niet hoef te haasten en loop te stressen. Het is goed zo.

donderdag 13 juni 2013

Afstuderen is ook presteren

Nog iets meer dan een maandje. Er is nog veel te doen, heul veul te doen. Er komt geen einde aan de lijst. Ik sterf een langzame, pijnlijke dood. Ik zou niet mogen klagen, gezien ik vertrek naar het Bounty-paradijs, maar op het moment zit ik nog beneden zeeniveau gillend gek te worden van bureaucratie, formulieren, lijstjes en een veel te volle agenda.
Weet je wat ik mis? Die dagelijkse twee uurtjes in de hangmat zwieren, snoozen, schommelen, ontspannen en al je problemen zien verdwijnen; hangmattéren.

In ieder geval heb ik nu een ticket, en weet ik hoe het zit met mijn afstuderen. Dat geeft wel het gevoel dat ik vooruit kom.

Vlucht
De week nadat mijn baan bevestigd is, heb ik mijn vlucht geboekt. Nu is dat makkelijker gezegd dan gedaan;
De eerste paar pogingen deed ik via Cheaptickets. Aan het einde van het proces vertelt de site mij 'Onze excuses, de door u geselecteerde vluchten zijn niet meer beschikbaar. Gelieve een andere vluchtoptie te selecteren'. Ok. Dan selecteer ik een andere, prima. Het mocht niet baten, bij elke vlucht die ik probeerde kreeg ik deze mededeling.
Ik besloot een andere site te proberen, Tix. Deze heeft mij uit de brand geholpen in Mexico toen ik mijn ticket naar Guatemala boekte. Lang verhaal kort; De website van Aeromexico lustte mijn Nederlandse creditcard niet, en dus had ik geen ticket. Aeromexico belde mij op. Ja, echt: Don't call us, we call you. Of ik mijn ticket nog wilde, en hoe ik dacht te gaan betalen. Ik vond het een beetje klinken alsof ik dat ook in natura kon doen. Gelukkig kon ik over de telefoonruis heen terugschreeuwen dat ik het ticket inmiddels al had gekocht via een Nederlandse site, en ze de reservering konden opheffen. 'Ah, si. Gracias.'
Helaas bleek Tix dezelfde grapjas aan te hebben als Cheaptickets. Wel verdorie.
De goedkoopste tickets waren van Delta Airlines, dus dan maar naar hun eigen site. Die site was van mening dat ik op dat moment in de VS woonde, Spaanstalig ben en toch ook wel in Madrid woonde. Jaja. Gelukkig ben ik voor Spaans niet bang, en ik boekte mijn ticket... bijna. Toen ik moest betalen ontstond er een probleem. Ik kon alleen via creditcard betalen. Nou heb ik de meest sjappie versie die er is, met een limiet van 1000 euro en meteen terugbetalen. Op zich niets mis mee. Maar mijn ticket kostte 1064 euro.
Nu werd ik het toch echt wel een beetje zat. Ik vroeg Google of ik een ticket kon kopen zonder creditcard. Het verwees me door naar een ietwat vreemde site, vliegen.idealo. Het is een soort van boekingssite over andere boekingssite heen geplakt. Dan zou je verwachten dat je ticket duurder is, toch? Mis! Ik vond EXACT hetzelfde ticket dat ik al een keer of vijftien had geprobeerd te boeken. Voor 1003 euro.
Deze site gaf ook nog een andere briljante vlucht weer. Je zou dan via Dubai vliegen en er 40 uur over doen, voor het luttele bedrag van 13453,45 euro. Het was verleidelijk, maar toch iets boven mijn budget.

Ik heb dus mijn ticket! 16 juli vertrek ik ergens in de middag. Ik heb meer uren in transit dan mij lief is.. zou het verdacht zijn als ik mijn matje uitrol in de terminal en gewoon ga slapen?

Afstuderen
Mijn vrees was niet voor niets. Mijn scriptie heeft een dermate niveau van Merde dat we besloten hebben dat ik augustus ga afstuderen in plaats van in juli;
- Ik mag mijn colloquium wel in juni houden
- De deadline voor de tweede versie van de scriptie op 28 juni vervalt
- Nieuwe deadline afgesproken voor het inleveren van de tweede versie: 11 juli
- Deadlines voor artikel en reflectieverslag vervallen
- Eerste versie artikel wordt wel beoordeeld, of de grote lijn goed is. Vervolgens maar ik er echt wat moois van
- Voor het reflectieverslag mag ik mijn hart uitstorten. Wanneer dat leeg is mag ik m opsturen. Het verslag opsturen bedoel ik. Niet mijn hart.

Vóór mijn vertrek lever ik alles dus in, en ik studeer af als ik er zelf niet ben.
Het is een beetje de traditie; geen enkele uitreiking is ooit normaal gegaan. Mijn VWO had ik niet gehaald, ik was wel naar de uitreiking van mijn klasgenoten gegaan. Het jaar erna had ik mijn papiertje wel in de pocket. Maar ja, ik was geslaagd van het volwassenenonderwijs (ik had geen zin alle vakken over te doen). Daar heb je niet echt een uitreiking.
Op de universiteit ben ik niet eens in de buurt gekomen van een officieel papiertje.
Bij mijn huidige opleiding was ik er niet bij toen mijn propedeuse werd uitgereikt. K zat in Mexico. En straks als ik mijn BaSc heb verdiend, zit ik in Jamaica. Je kan er veel over zeggen, maar ik ben in ieder geval consequent.
Ah joh, stuur maar op. Aangetekend graag.

Voordat ik vertrek lever ik dus de tweede versie van mijn scriptie in, en zou de rest ook klaar moeten zijn.
Wat nou als de tweede versie niet goed is? Dan heb je hoe dan ook een probleem, want dan is je afstuderen mislukt. Opnieuw. Lekker weer 20 weken buffelen.
Stel, mijn scriptie heeft nog steeds een te hoog niveau van Merde. Wat dan? Daar wil ik niet over nadenken. Heb ik zin om nog eens af te studeren, of ben ik het zo zat dat het niet meer hoeft? De tweede optie is het meest aannemelijk. Maar dan. Dan had ik niet hoeven terugkomen uit Mexico, had ik nu een baan als bioloog gehad, en ben ik voor lucht teruggekomen. Voor niets. Voor poep.

maandag 3 juni 2013

Solliciteren is ook presteren

Het leuk bedachte -eren grapje komt me nu wel mijn neus uit. Ik beloof mijn berichten anders te gaan noemen als ik aan de andere kant van de oceaan zit.

Solliciteren
Het solliciteren ging niet helemaal lekker. Beloftes werden gebroken, zekerheid verdween en op de mooiste sollicitatiebrieven van alles ooit werd gewoon niet gereageerd. Dan niet, dacht ik.
Het plan was toen om maar te gaan rondtrekken en te gaan zoeken naar een baan. Backpacking-jobhunting zegmaar. Op goed geluk, met weinig geld maar veel doorzettingsvermogen. Als je een hangmat bij je hebt, kan je immers overal slapen, en eten groeit aan de bomen. Het ultieme 'we zien wel'.

Maar toen. Een magisch mailtje in mijn inbox dat mijn wereld ondersteboven zette.
Eén van de bedrijven die had aangegeven mij graag te willen aannemen, maar geen vacature beschikbaar had, nam opnieuw contact op. We hebben niets in Mexico voor je. Maar wat vind je van Jamaica?
De vloer verdween onder mijn voeten vandaan. Een baan, een onwijs toffe baan waarvan ik nooit had durven dromen om te krijgen. Hop, zomaar in mijn schoot geworpen. Maar Jamaica? Daar was ik niet op voorbereid. Maar, ach, hoe goed was ik voorbereid op Mexico?

Ik besloot het te doen. Want het zou dom zijn om deze kans niet te pakken. Op donderdag kreeg ik het aanbod, op vrijdag had ik het sollicitatiegesprek. Hoewel kennismakingsgesprek een betere beschrijving is.
Zenuw, zenuw. Er zijn weinig momenten in mijn leven geweest dat ik zó zenuwachtig was. Omdat ik nog niet zeker wist hoe dit af zou lopen, had ik maar een handjevol mensen ingelicht over dit gesprek. Ik heb een bijgeloof ontwikkeld. Hoe minder mensen van iets weten, des de groter de kans van slagen.

Het gesprek was via Skype met iemand in Valencia. De conversatie begon in het Engels. Ik hoorde dat mijn gesprekspartner een accent had, maar ik kon het niet plaatsen. Hij zei een aantal keren Ja tussendoor, maar zijn accent was niet Nederlands. Het gesprek kwam aan op mijn talenkennis (bij de baan waarvoor ik ging belangrijk) en we converseerden in het Spaans. Het mooie was dat hij kon horen dat ik mijn Spaans in Mexico had opgepikt. Toen vroeg hij naar mijn Duits. Ik legde uit dat ik het versta omdat het zoveel op mijn eigen taal lijkt, maar dat antwoorden in het Duits toch wel een opgave is, dat het meestal in een onduidelijke soep van Nederlands, Engels en Duits eindigt. Hij vond het herkenbaar. En ineens sprak hij Vlaams.

En nu?
Nou. Komt ie. Ik heb de baan!
Meerdere mensen wisten van het aanbod af, maar niet dat ik ook daadwerkelijk de baan had gekregen. Een select gezelschap is live op de hoogte gehouden en aan een aantal mensen wilde ik dit persoonlijk vertellen voordat ik het aan de massa bekend zou maken.
De tweede/derde week van juli vertrek ik, en ga ik daar werken. Het klinkt zo vreemd. Maar wel heel goed.

Ouders...
Mijn moeder reageerde eerst nogal zuur, zoals moeders dat nou eenmaal doen. Mijn vader reageerde iets anders  'Jamaica? Dat vind ik veel leuker dan Mexico. Misschien ga ik wel mee!' Je had mijn moeders blik moeten zien. Die was goud waard.
Dat is denk ik het verschil tussen baren en zaaien; de band die je hebt met je kind. Je moeder zou je nooit willen laten gaan, want je bent haar kindje, ooit deel van haar geweest. Je vader vind het prachtig dat je zelfstandig bent en bent opgegroeid tot iemand die niet bang is voor het onbekende en iets gaat bereiken. Papa's en mama's zijn nou eenmaal anders;
Achterop de fiets bij ma: in het kinderzitje achterop de fiets, vastgezet en veilig
Achterop de fiets bij pa: hots, op de bagagedrager. 'Goed vasthouden en niet wiebelen. Ik breng je niet naar het ziekenhuis.'

Mijn ouders zijn blij voor me, en ik ben blij met mijn ouders. Zonder hen had ik dit nooit bereikt, was ik nooit geworden wie ik ben. Opgevoed met duidelijke regels en grenzen, maar ook met het gevoel dat ze vertrouwen hebben in mij en in wat ik kan. 'Je moet doen wat jij denkt dat goed is.'

Beercan or bacon?
Ik ga dus niet naar Mexico, maar naar Jamaica. Voor onbepaalde tijd. Hoe zal de toekomst eruit zien? Ik weet het niet. Mexico is het land waar ik van hou, maar wie weet wat Jamaica voor mij in petto heeft.
Mijn afscheidsfeest is nog steeds in Mexicaanse sferen. Ik hou niet zo van rum, namelijk.

Liedje
La bamba, wie kent het niet en schreeuwt het mee als t op een feestje voorbij komt?
Maar ik wil toch wel graag iets rechtzetten. Ze zingen niet Lalalalala la bamba maar Para bailar la bamba. Luister en hoor.


maandag 27 mei 2013

Realiseren is ook presteren

Toen ik begon dit bericht, leek mij dit een passende titel. Maar na een paar maal herschrijven verdeeld over twee weken, weet ik niet meer waar dat realiseren op sloeg. Het stoort me ook niet genoeg om een ander -eren woord ervoor in de plaats te zetten. Lo siento.

Dit is het achtste bericht van mijn blog. De volgende paar berichten worden nog in Nederland geschreven, maar daarna van een nog onbekende locatie in Mexico. Dan begint het avontuur. Ik wil er eigenlijk nog niet over nadenken, maar toch kijk ik ernaar uit. Sinds ik heb besloten om te vertrekken heb ik last van dit soort dubbele gevoelens en hoe dichterbij het komt, des te sterker het wordt.

Me vale madre
Als je via Google op zoek gaat naar emigratie en wat je moet doen, dan kom je lijstjes tegen die eigenlijk hetzelfde zijn als bij een nationale verhuizing, alleen worden de woorden 'douane' en 'visa' er ook in genoemd. Soms voegt een grapjas er nog aan toe 'neem contact op met *overheidsinstatie*.'
Haha. Nee.
Doe het niet, dat is mijn grootste advies: blijf weg van de overheid. Schrijf je uit vlak voor vertrek en zorg dat je belastingzaken op orde zijn, maar laat het daarbij. Ik heb zoveel kastjes en muren gezien dat ik de grootste leverancier van de IKEA ben.
Af en toe probeer ik het nog wel en stel ik een simpele vraag aan de overheid. Als ik al antwoord krijg, moet ik eerst fronzen, dan lachen en vervolgens schud ik mijn hoofd. Ay wey, me vale madre, pinche gobierno. Me voy.

Sí, me voy
Niet alleen de praktische zaken blijken af en toe flink lastig te zijn, ook emotioneel is het zwaar. Het vervelendste is de hoeveelheid onbegrip die ik te verduren krijg. In het begin trok ik dit mij heel erg aan, maar ik heb geprobeerd het los te laten. Dit lukt de ene keer beter dan de andere.
Soms voelt het net alsof je iemand hebt verteld dat je euthanasie gaat plegen, zo wordt er op je besluit gereageerd. En dan voel ik me schuldig. Wat doe ik diegene aan met het feit dat ik wegga? flitst er dan door mijn hoofd. Dan volgt de wedervraag: Wat doe ik mezelf aan als ik zou blijven? Dat antwoord is duidelijk. Dan sterf ik langzaam van binnen en leef ik een leven vol van spijt. Ik had moeten gaan. Zo wil ik niet leven, verbitterd om het avontuur wat ik nooit ben aangegaan. Je kan beter spijt hebben van dingen die je wel hebt gedaan, dan kansen die je hebt laten liggen.

Het besef dat ik mijn vaderland verlaat komt steeds meer. Niet dat ik zo sterk verbonden ben met Nederland an sich, maar ik verlaat mijn geboortegrond, geef mijn moedertaal op en laat mijn cultuur achter mij.
Toen ik zes maanden achtereen in Mexico was, was mijn Nederlands verslechterd; ik had het immers een half jaar niet gebruikt. Was het nou 'de' of 'het'? Moest hier een 'd' of een 't' achter? Hoe zeg je dit ook alweer in het Nederlands? Om over zinsvolgorde nog maar te zwijgen... Het was een zooitje. Terug op eigen bodem was het wennen. De eerste paar weken gaf ik regelmatig antwoord in het Engels zonder dat ik het doorhad. Mijn verworven Spaanse taalkennis uitte zich in stop- en scheldwoorden.
Hoe zal dat zijn als ik, op zijn vroegst, over vijf jaar weer eens of visite kom?


Regelen
Behalve dat ik teveel denk aan het emigreren, ben ik er zowaar ook dingen voor aan het regelen. Het afstuderen (jaja); Zaterdag was mijn kind geboren, meer dan 13000 woorden schoon aan de haak. Vandaag heb ik m officieel ingeleverd voor beoordeling. Spannend!
Verder moet ik nog het reflectieverslag maken (lukt wel) en een artikel schrijven. Dat artikel kan nog wel eens een probleem worden. Inspiratie is nul. Het moet bij mijn verslag passen, maar mag er geen samenvatting van zijn, ik moet dus een obscuur zijstraatje gaan beschrijven. Maar over wat? Waar kan ik nou een artikel omheen breien?

Vandaag heb ik mijn vaccinaties gescoord. Er was slechts één sessie voor nodig; mijn immuunsysteem is er klaar voor. Dat is mooi, want ik dacht dat ik weer drie maal rabiës moest halen. Gelukkig was een booster genoeg en was ik ook nog op tijd voor de hepatitis AB3.
De vaccinatiemevrouw wist mij te vertellen dat ik de volgende booster gewoon in Mexico kan halen over twee jaar. 'Daar spuiten ze wel het hele flesje in', zei ze grijnzend. Hoe erg kan dat zijn? Ik heb het Mexicaanse ziekenhuis overleefd, terwijl ik na mijn behandeling meer infuus-vloeistof en antibiotica in mijn aderen had dan bloed. Ze prikken ze daar nog in je bil. Met hele lange naalden.

Ook mijn mobiele abonnement is opgezegd. Vanaf september, want een marge is fijn. Verder kan ik nog niet zoveel meer regelen, totdat de laatste twee weken aanbreken.

Afscheidsfeest
Bij een afscheid hoort een feest. Op 14 juni vindt het festijn plaats; Nederland en Mexico komen samen, het beste en het slechtste van beide zal voorbij komen.
Beantwoord de FB invite, por fa, of laat via andere kanalen weten dat je mee komt feesten :)


Het muziekje van deze keer is het beste te beschrijven als buschauffeur-muziek. Als je ooit tussen twee steden in Mexico de 2e of 3e klas bus neemt, zit je een paar uur in dit soort muziek.
Guilty pleasure? Yea. De overdaad aan tuba en trompetten.. man.
Nog beter dan alleen het liedje is de clip erbij. Met de cowboyhoed, outfits en hupsende dansjes van de band terwijl ze op een rijtje staan. Oh. Heerlijk.









dinsdag 14 mei 2013

Romantiseren is ook presteren


Liefde
De top drie van verrassende vragen die ik te verwerken krijg:

Heb je daar een vriendje dan?
Wat ga je er dan doen?
Wat vinden je ouders ervan?


Het is bijna altijd de eerste vraag als het over mijn grote avontuur gaat. Of ik ergens een Mexicaan heb zitten, waar ik al dan niet stiekem al mee getrouwd ben.
Als ik dan antwoord dat ik daar graag heen wil om te werken, het werk te doen wat ik écht wil, om mijn dromen na te jagen, dan wordt daar toch vaak wat verbaasd op gereageerd.
Zou het dan wel geaccepteerd zijn als ik mijn familie en vaderland verlaat voor een vriendje? Zou dat minder vreemd zijn? Zou het dan echt nog zo'n ongeëmancipeerde boel zijn? Zou ik mezelf mogen uithuwelijken aan een (hopelijk) rijke vent in het buitenland?
Ik zou het eigenlijk eens moeten testen. Als die vraag dan komt ooohhhh god, meiiiiid, emiiigreeeeren, heb je daar een vriendje zitten dannnn? gewoon eens volmondig 'ja' zeggen en beweren dat ik zo verliefd ben.

Kriebels
Het gaat echt heel erg bijna gebeuren. Twee maanden klinkt misschien lang, maar het is zo om. Voor mijn gevoel is het volgende week al.
Het afstuderen gaat ineens ook in rap tempo. Mijn stagetijd bij het bedrijf zit er bijna op, dit is de laatste week. Nu nog mijn verslag, colloquium en reflectieverslag en dan is het klaar. Dan ben ik geen student meer.
Het verslag wordt het grootste euvel. Traditioneel zijn daar namelijk altijd problemen mee. Verslaglegging volgens de richtlijnen; het zal nooit mijn ding worden. Dit wordt dus het spannendste deel van het afstuderen.

Het begint te kriebelen. Ik ga weg. Ik ga iets nieuws doen, ik zoek het avontuur op. Geen negen-tot-vijf, geen kantoren, geen treinen, geen winter en weinig richtlijnen.
Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Ik zit daar ver van familie en vrienden.
Goed en kwaad als het gaat, probeer ik af te spreken om leuke dingen te doen. Maar ik heb het druk, jullie hebben het druk. Ik wil graag afscheid nemen op een leuke manier van de mensen die dichtbij me staan. Afspreken lukt niet altijd even goed, maar aan beide kanten wordt moeite gedaan om toch tot iets te komen. Daarvoor ben ik jullie onbeschrijflijk dankbaar, ik kan niet uitleggen wat het voor mij betekent.
Afscheid nemen gebeurt niet op Schiphol. Dat kan ik niet. Stiekem ben ik een watje en moet ik ook huilen als jullie huilen.

Viespeukerij
Deze keer een liedje wat een goed voorbeeld is van 'je weet niet wat je hoort, tot je het verstaat'. Ik dacht altijd dat dit een lief liedje was, gezien het woord corazón er nogal vaak in gezongen wordt.
Ik heb een beangstigende hoeveelheid Spaanstalige muziek op mijn mp3 staan, dit nummer had ik er achteloos opgezet. Toen ik t voor het eerst verstond, zat ik in de bus. Ik stikte net niet in mijn boterham.
Zo lieflijk is dit nummer namelijk niet. Het is je reinste viespeukerij.



Vrij vertaald. Want zo gaat dat.

Quisiera ser un pez
Ik zou een vis willen zijn
Para tocar mi nariz en tu pecera
Om mijn neus te stoppen in in je vissenkom
Y hacer burbujas de amor por dondequiera
En belletjes te maken waar je maar wil
Pasar la noche en vela, mojado en ti
De hele nacht te besteden, vochtig in jou
....
Una noche, para hundirnos hasta el fin
Een nacht, om te zinken tot het einde
Cara a cara, beso a beso
Gezicht aan gezicht, kus aan kus
Y vivir, por siempre, mojado en ti
En leven, voor altijd, vochtig in jou

He. Lekker, al die metaforen.






maandag 29 april 2013

Solliciteren is ook presteren

Op het moment zit ik een beetje tussen twee fases in. Het afstuderen bij het bedrijf loopt op zn eind, maar daarna moet er nog een lading documentatie richting mijn opleiding, mag (moet) ik een colloquium houden en meer van dat. Afrondingsdingen. Maar mijn nieuwe leven komt ook steeds dichterbij en daarvoor moet ik steeds concreter dingen gaan regelen. Zoals een baan.

Hoewel ik van plan ben eerst vakantie te houden en te reizen, ben ik toch ook al aan het solliciteren. Voor zover er functies beschikbaar zijn via internet. Meestal gaat het rekruteren met posters, flyers of via-via. Maar op dit moment kan ik daar nog niet zoveel mee, gezien ik nog hier in het landje onder zeeniveau zit.
Nu alvast solliciteren heeft als voordeel dat ik alvast een beetje kan oefenen voor als ik straks echt, in real life, mezelf moet aanprijzen. Dan kan ik mijn Spaans en Engels niet meer laten controleren door anderen. Het zal je maar gebeuren, dan sta je daar met je goede bedoelingen, motivatie en intenties, en dan kom je niet uit je woorden. Ja, want hoe zeg ik nou in het Spaans dat ik hier al ervaring mee heb? Of dat ik wil doorleren? Dat ik het niet erg vind om onregelmatig te werken? Veel succes, met je bek vol tanden, zoekend naar de werkwoorden die je niet kent.

Tussen twee fases zitten is een beetje vreemd. Het voelt zo loos. Je hebt t idee dat je bijna klaar bent, maar eigenlijk ben je dat nog lang niet. Je moet nog maar een paar dingen doen, maar toch is het zoveel.
In IJmuiden wonen is normaliter erg goed voor je studie; er is immers niets te doen. Niets zo treurig als een kustplaats in de winter. Nu de zomer langzaamaan eraan komt en het weer mooier wordt, is in een slapend kustdorp wonen ineens niet meer zo goed voor je studie. Het strand is namelijk maar 10 minuten fietsen hiervandaan. Discipline is een must, ik moet mezelf streng toespreken. Geef er niet aan toe!
De situatie is een beetje te vergelijken met dat je aan een tafel zit die vol staat met heerlijk eten zit en dat je moet wachten tot iedereen is aangeschoven. En dat duuuuuuuurt maar.

¿Que haces?
Er zijn nog allerlei dingen die ik wil doen voordat ik vertrek. Toen de abdicatie bekend werd, stond de troonwisseling al snel op het lijstje. Ik heb niet zo gek veel met het koningshuis, maar ik wilde toch naar Amsterdam, op de Dam staan, juichen en het volkslied zingen. Er zijn genoeg evenementen waarbij het volkslied voorbijschuift, maar dit vond ik toch wel wat meer allure hebben.
Zo gezegd, zo gedaan: op naar Amsterdam. Het was mij aan alle kanten afgeraden om te gaan, maar daar heb ik niet naar geluisterd (daar schijn ik wel vaker last van te hebben). Ik hoopte maar dat ik op de Dam zou kunnen komen, en ik geen encounter met agressievelingen zou hebben. Op goed geluk dus.
De sfeer zat er goed in, hoewel de tijd maar langzaam verstreek. Je staat daar maar wat te wachten, dus raak je aan de praat met allerlei types: Argentijnse uitwisselingsstudenten, Leidse huisvrouwen, gepensioneerden uit Castricum, corpsballen en feestgangers die zó uit de koninginnennacht kwamen.
De plaatselijke trompetspeler heeft ons regelmatig het Wilhelmus laten oefenen, maar naar een keer of zes was het wel mooi geweest. Om ons bezig te houden werden er beelden van de Dam getoond. Hee, maar daar staan wij! Woooohoooohoooo!
Uiteindelijk was het moment daar, het document zou getekend worden. Zodra Beatrix een woord sprak, of nog niet eens, barstte het gejuich los. Het was mooi om te zien dat zij daardoor geraakt was. Later, bij de balkonscène kwam ze niet over het geschreeuw 'Bea bedankt!' heen. Na de toespraak en nog meer gejuich was het dan tijd voor, jawel, nogmaals het volkslied. Ik had alles gekregen waarvoor ik gekomen was. Mijn nieuw verworven vrienden, die ik na deze dag nooit meer zal zien, lieten de oranjebitter vloeien.

Ik ben blij dat ik vóór mijn emigratie zo'n gevoel van saamhorigheid en vaderlandsliefde heb mogen voelen. Ik ga nog steeds weg, maar misschien ga ik behalve mijn familie en vrienden toch ook Nederland een klein beetje missen.

---
Van het liedje van deze blog is wat te leren. Over het algemeen kan je middenin een nummer prima Eso! en Viva Mexico! roepen, en is er niets aan de hand. Maar deze timing is... niet helemaal soepel.
Verder. Ach. Zingen blijkt een kunst.
Desalniettemin is dit wel echt een juweeltje. Zo slecht dat het weer goed is :)




woensdag 17 april 2013

Presteren is ook presteren

Als je aan het afstuderen bent, tegelijk ook nog wat probeert bij te verdienen en een emigratie op poten wil te zetten, dan heb je een volle week. Dat is niet zo erg, gezien het afwisselend is. Als ik 50 uur per week als mijnwerker bezig was zou het een ander verhaal worden.
Afzonderlijk van elkaar gaat het goed. Maar als ik van de ene naar de andere taak ga, gaat het mis. Chaos overheerst en ik ben het overzicht kwijt; ik moet veel doen, maar weet niet waar ik moet beginnen. Dus doe ik maar wat.

Dit hou je niet lang vol. En inderdaad. Mijn nagels werden steeds korter en mijn humeur was net zo ijzig als het weer. Dat zag ik als een teken dat ik iets moet veranderen. Veel doen (of willen doen) en zeven dagen in de week werken is een leuk concept, maar je moet er niet aan onderdoor gaan. Ik heb meer rust nodig, maar ik kan het me niet veroorloven alles te laten vallen en te gaan chillen met de billen. De deadlines, verantwoordelijkheden en to do's blijven gewoon staan. Sterker nog, er komt steeds meer bij wat geregeld of gedaan moet worden. Hoe krijg ik mijn rust dan?
Het blijkt allemaal niet zo moeilijk.
Mijn to do lijst is hartstikke prachtig, maar bleek niet zo fijn om mee te werken. De dingen die ik moet doen heb ik onder te grote noemers opgeschreven. Ik heb mijn taken in kleine stukjes gebroken. En ziedaar: productiviteit to the max. Het is namelijk erg fijn om dagelijks wat weg te kunnen strepen in plaats eens per week.

Special guest: mijn printer
Voor mijn afstudeeropdracht moet ik regelmatig scannen, kopiëren en printen. Nu is normaal printen al een opgave, maar als je iets vergroot wil hebben is het einde helemaal zoek. Na wat gevechten heb ik mijn verlies maar geaccepteerd en ben ik sponsor van de plaatselijke copyshop.
Ontmoet mijn print-scan-allesinéén-rotzak:



Dan is er nog een plotwending.
De vorige blog had ik het erover dat ik zo twijfel en steeds verander van gedachten dat ik er zelf soms gestoord van word. Ik had eindelijk een balans gevonden met het inpakdrama, maar blijkbaar kan mijn leven niet uit stabiele situaties ontstaan; ik was zo stom mezelf de vraag te stellen 'wat wil ik'.
Wat wil ik? Het antwoord is heel simpel. Niets.
Ik heb het zo druk gehad dat ik even niets meer wil. Geen verantwoordelijkheid en absolute vrijheid.
Durf ik het te zeggen? Mijn hoofd heeft het eigenlijk al besloten: Ik ga weg en ik zie wel.

Men had al moeite met het feit dat ik zou gaan emigreren, mij zou vestigen in een stadje en een baan zou zoeken. Dus dit is al helemaal belachelijk, natuurlijk, want alles gaat mis. Doemscenario's.
Het zal heus wel meevallen en niet zo'n vaart lopen. Ben ik nu naïef? Waarschijnlijk wel. 
Ik ga er een tijd tussenuit, reizen en ontdekken. Om het thuisfront wat gerust te stellen verplaats ik mij vooral op bekende bodem. De steden, dorpjes en natuurgebieden in Mexico en Guatemala waar ik kort geweest ben ga ik weer bezoeken. Deze keer neem ik alle tijd.
Ga ik dan nog wel emigreren? Ja, want ik wil niet meer in Nederland wonen en nog steeds naar Mexico verhuizen. Er komt nu alleen iets meer tijd tussen te zitten. Mijn vertrek op Schiphol blijft mijn definitieve vertrek.

Uiteindelijk ga ik burgerlijk een huisje huren en een vaste baan hebben. Maar het wordt niet te burgerlijk. Ik wil niet zo eindigen dat ik op mijn vrije zaterdag in een ietwat afgetrapte stationwagen met koters achterin naar de supermarkt ga, alwaar diezelfde koters lopen te jengelen en dat vervolgens de cornflakes door de winkel vliegen. Daar ben ik bij lange na nog niet klaar voor.


Esta semana: Antonio Banderas y Los Lobos - Canción del mariachi. Porque me gusta el actor, la banda y la música de mariachi.





maandag 8 april 2013

Organiseren is ook presteren

Soms ben ik zo zeker van iets, maar het volgende moment is dat gevoel helemaal weg en staat alles op losse schroeven. Vervolgens besluit ik het tegenovergestelde te doen als dat ik eerst bedacht had.
Een goed voorbeeld hiervan is de kwestie: wat neem ik mee, wat laat ik achter.
Het ene moment bedenk ik me dat ik alles meeneem, hop, niet moeilijk doen. Het volgende moment ontwaakt de Boeddhist in mij die het liefst alles wil achterlaten en opnieuw wil beginnen. Wat moet je met al die zooi? Dus besluit ik alles achter te laten. Maar ik heb dat nog niet besloten of er klink alweer een stemmetje 'Ja, maar, dit moet je sowiezo meenemen. Dusse, waarom niet meer dingen?'
La donna è mobile, qual piuma al vento, muta d'accento e di pensiero
Ik word er gek van.
Als je projecten in goede banen wil leiden, is het nodig om duidelijke afspraken te maken en je daar ook aan te houden. Het werd tijd om eens afspraken met mezelf te maken. Het zijn geen voornemens, want het gaat gebeuren. Bij een voornemen mag je nog falen 'Ja, ik heb het geprobeerd, maar ja, weet je, het is toch niet zo mijn ding.' Dus nu heb ik de regie in handen over mezelf. Dat klinkt vreemd, maar het is wel nodig. Want daar klinkt de Boeddhist weer 'Wat moet je met die spullen'. Dan denk ik er gauw achteraan ' Er gaat 1m3 aan spullen mee. Dat is niet zoveel, niet zo duur om te verschepen, en als ik daar een complete inboedel moet kopen, nou daar wordt een mens ook niet vrolijk van'. Dat stelt de Boeddhist tevreden en die mediteert weer verder. De persoon in mij die alles wil meenemen wordt het zwijgen opgelegd door de kosten van dat plan.
Mijn gedachten vliegen alle kanten op en ik hoop ze zo een beetje te temmen. Er is genoeg te regelen, dus geen tijd om steeds van gedachten te veranderen.

De vorige keren dat ik vloog om te werken/stagelopen in het buitenland, had ik veel weg van een pakezeltje. Bepakt en bezakt, tot op het maximale toegestane gewicht en formaat. Daar heb ik nu geen behoefte aan, en het hoeft toch ook niet als ik toch spullen verscheep? Nou. Niet helemaal.
Als ik daarheen ga, heb ik nog geen huis. Ik heb adressen waar ik kan verblijven, maar meer niet. Men is erg gastvrij, maar een pallet met zooi in de hoek van de kamer zetten is weer het andere uiterste.
Voordat ik vertrek zet ik mijn spullen verzendklaar neer. Wanneer ik een mooie casa gevonden heb, wordt de boel pas verscheept. Het zal een tijd duren voordat het bij mij aankomt, maar dat is ideaal. Zo heb ik tijd om mijn casa vers in de verf te zetten, schoon te maken, en om meubels op de kop te tikken. Want boeken zijn tof, maar die moeten wel in een kast.
De eerste paar weken of maanden (ruim plannen) zal ik uit mijn backpack en handbagage moeten leven. Dat wordt weer strategisch inpakken en krachttraining.

Om alvast in de sfeer te komen;
Desde esta edición música en español que me gusta.

Este semana: Ricky Martin. No es Mexicano, pero a mi no me importa. ¡A bailar!

Wel luisteren he. Niet stiekem overslaan. Ik heb het wel door...

donderdag 28 maart 2013

Reflecteren is ook presteren

Misschien wordt dit stiekem toch een tweewekelijks-maandblad. Naarmate het vertrek dichterbij komt wordt alles intenser. Het is prettig om dat iets vaker te ventileren.

Het is alweer bijna april. Nog drie maanden en een beetje en ik ben weg. Toen ik in september kenbaar maakte dat ik wilde emigreren in juli 2013, was een veelgehoorde reactie dat het nog zo ver weg is. Nu begint te tijd te tikken en te dringen.
Tussen het afstuderen en werken door (een werkweek van 50-60 uur) ben ik ook bezig om het verhuizen in goede banen te leiden. Het is verbazingwekkend hoeveel tegenstand je te verduren krijgt. Het mooiste zijn wel ambassades. Ik dacht dat zij de rots in de branding waren, maar ze kunnen toch niet zoveel. Ze kunnen wel heel goed doorverwijzen, dat gaat als volgt:
De Mexicaanse ambassade hier verwijst naar de Nederlandse ambassade aldaar, en vice versa. Het maakt niets uit als je zegt dat je al bent doorverwezen; ze wijzen gewoon terug. Ambassades zijn blijkbaar gewoon paspoortloketten op afstand die af en toe feestjes geven.

Hoewel ik er honderd procent zeker van ben dat ik wegga uit Nederland en mijn geluk ga zoeken in Mexico, ga ik toch malen over allerlei zaken. De melancholieke buien zijn niet van de lucht; ik denk vaak terug aan dingen die ik beleefd heb. Deze dingen lijken zo alledaags, simpel en klein, maar ze beginnen steeds belangrijker voor mij te worden. 'Even langsgaan' mondt vaak uit in prachtige verhalen die eindigen met Je had erbij moeten zijn. Dat gaat veranderen. Tuurlijk, men komt langs, en er zijn veel manieren om in contact te blijven. Maar het zal niet hetzelfde zijn.

De tijd die ik doorbreng met vrienden besteed ik aan eten en koffie drinken, vergezeld met slappe verhalen. Eerst gaat het nog over iets serieus, zoals studeren en hoe dat gaat. De conclusie is vrijwel altijd dat het een stressvolle bedoening is en dat we er nooit aan hadden moeten beginnen. Dan gaat het eventjes over Mexico, en vervolgens is het eind zoek. Flauwe grapjes, slechte ideeën en toekomstplannen die nooit uit zullen komen, maar wel fantastisch zijn om te bedenken. Maar het gaat er ook over hoe fijn het is om weg te gaan. Want, laten we eerlijk wezen, sommige dingen zal ik missen als kiespijn.
Het klimaat zal ik niet missen, het OV kan me gestolen worden, de normen en waarden mag je houden en TV kijk ik bijna niet.
Over TV gesproken, wanneer ik het nummer Hello, goodbye hoor, zie ik het al voor me hoe ik in dat gelijknamige TVprogramma kom. Een beetje schutterig met mijn oranje backpack en afgetrapte slippers. Ik kan het niet helpen. Ik hoop maar dat Joris een dagje vrij heeft op de dag dat ik vertrek.

Er zijn ook dingen die ik wel ga missen. Zoals de kneuterigheid rond Sinterklaas en snertweer met Kerst. Dit nekte mij al tijdens mijn stageperiode, en zal ook nu weer zwaar worden. Bij deze het verzoek of men chocoladeletters en pepernoten wil opsturen. En kazige kerstkaarten.

woensdag 20 maart 2013

Financieren is ook presteren


Klinkt minder lekker dan 'emigreren is ook presteren', maar op papier (scherm) ziet het er nog wel ok uit. 

Vroeger, in de tijd van guldens en gezelligheid, had ik een rekening bij de Postbank. Als je iets wilde regelen, moest je in alle vroegte naar het postkantoor, waar op de een of andere manier altijd al een rij voor stond. Wanneer het postkantoor eenmaal geopend was, was het een ware race, met nette onbeschoftheid, naar de nummertjesautomaat. Vervolgens kon je minstens tien minuten wachten, maar gemiddeld stond je alsnog een half uur naar de wenskaarten te staren om je tijd te verdoen. Als je dan eenmaal geholpen was, werd het bezoek afgesloten met de vraag ‘Wilt u ook misschien nog een velletje postzegels?’ Heerlijk.
De Postbank is helaas niet meer, hij is opgegeten door de ING. En ook de postkantoren verdwenen.

Ik ga verhuizen (laten we het emigreren maar zo noemen) en bij een verhuizing moet je dingen gaan regelen met betrekking tot je financiën. Normaal staat je geld maar te staan, je geeft wat uit, ontvangt ook nog wel eens wat, maar dat is het dan ook wel. Wanneer je verhuist, blijkt je geld ook andere dingen te kunnen of moeten doen.
Dus, met frisse moed op de maandagochtend naar de ING in IJmuiden City, samen met mijn moeder, die voor mijn rekening gemachtigd is. Dit was handig vanwege eerder buitenland-avonturen, en we hebben het nooit ongedaan gemaakt.
Bij de aanvraag van de lening voor mijn stage ben ik indertijd zeer vriendelijk geholpen bij de ING. Naïef als ik ben verwachtte ik hetzelfde als toen. Maar helaas.
Het was niet druk. Bij de Kas stond een dame... of meisje? Volgens mij is ze jonger dan ik, maar wel erg oud vanbinnen. Toen ze zag dat wij aan het wachten waren op de Infobalie, kwam ze achter haar Kas vandaan en vroeg of ze ons kon helpen. Ik legde uit dat ik ging emigreren, en dus wat dingen moest regelen. Ze zei dat ze ons daarbij niet kon helpen, dat we moesten wachten tot we aan de beurt waren bij de Infobalie. Ze vroeg, met geforceerde interesse, waar ik heenging en wat ik ging doen. Haar reactie op mijn plannen: ‘O dat kan ook, maar de meeste mensen gaan naar het buitenland om in huizen beleggen, je weet wel, vastgoed'. Een korte stilte. 'Maar ja, je kan er natuurlijk ook andere dingen doen he. Daar moest ik vroeger om lachen, om idealistische mensen’. Ah, de heerlijke neerbuigendheid op de maandagmorgen!
Inmiddels was de meneer (Jongen? Ook oud vanbinnen) bereid om ons te helpen. Wederom legde ik kort uit wat mijn plannen waren. Hij was wel behulpzaam, maar ik had er een beetje een nare smaak bij. Uitingen als: 'Ja, je saldo… het is niet zoveel he?' en  'Natuurbehoud? Wat moet ik me daarbij voorstellen?' vond ik eigenlijk wat teveel van het goede, maar soit.
Mijn rekening is klaar voor het avontuur. Mijn pinpas verloopt begin volgend jaar, dus leek het mij een goede zet om nu alvast een nieuwe aan te vragen. De baliemeneer heeft die voor mij aangevraagd. 'Blijft mijn afbeelding op mijn pas behouden?' Die zou erop blijven. Op donderdag lag een een nieuwe pinpas op de deurmat. Zo oranje als maar kan. Mijn plaatje is er afgewaaid.

Dan hebben we ook nog de Belastingdienst. Ik vrees met grote vrees.
Wat veel mensen willen, ga ik doen; mijn abonnement opzeggen. Dat schijnt niet zomaar te gaan. Nou ja, het uitschrijven is niet zo'n probleem, maar het gerucht gaat dat je wordt nageplozen, ondersteboven binnenstebuiten gekeerd, geïnspecteerd en misschien zelfs ondervraagd wordt. Dit alles niet alleen omdat je emigreert, maar omdat je de EU verlaat en op een andere continent gaat bivakkeren. Ontraceerbaar, ongrijpbaar. Nu heb ik financieel gezien niets op mijn geweten, en stelt mijn saldo toch niet zoveel voor (Bron: ING-baliemeneer) maar ik word hier toch wel een beetje zenuwachtig van.
Gelukkig bestaan hier hulptroepen voor; financieel adviseurs.
De adviseuse wist mij te vertellen dat ik voor 2013 mag kiezen in welk land ik aangifte ga doen; het hoeft niet in beide landen. Omdat ik nu meer afdraag dan ik verdien, is het verstandig om volgend jaar nog in Nederland aangifte te doen, en het jaar daarna pas in Mexico. Hoe het belastinggebeuren daar in zijn werk gaat, heb ik hopelijk tegen die tijd uitgezocht. 

Over de IB-groep/DUO durf ik het nog niet te hebben. Dat is voor later zorg, om precies te zijn twee jaar na mijn afstuderen. Ik stuur ze wel een kaartje tegen die tijd.

donderdag 28 februari 2013

Het begin

Emigreren. Ik voelde mij al langere tijd niet thuis in Nederland en riep dat ik weg wilde. Als mij dan werd gevraagd waarheen, was het antwoord 'Gewoon, weg.' Nu heeft mijn migratiedrang toch wel wat vastere vormen aangenomen. Ik heb het land gevonden wat bij mij past;

Voor mijn opleiding moest ik in het derde studiejaar 20 weken stage lopen. Dat kan in Nederland, maar ook in het buitenland. Mijn hersenen gingen ratelen. Buitenland! Jaaa! Doen! Maar waarheen? Tijd om mijn prioriteiten op te stellen. Het lijstje was simpel:
- Goed, warm, klimaat
- Lekker eten
- Redelijk ziekenhuis want je weet nooit. Straks eet ik iets verkeerds
- Toffe natuur. Echte natuur
De eerste gedachte was Afrika. Nu weet ik ook dat Afrika geen land is, maar zo ver was ik nog niet aan het inzoomen. Het klimaat en de natuur zat wel snor. Maar eten? In de media hoor je steeds over hongersnood. En dan kom ik, als bleekscheet die thuis een volle koelkast heeft, daar even lekker alles opeten. Dat zou slecht zijn voor mijn karma, maar het gebrek aan medische zorg gaf de doorslag. Afrika viel af.
Amerika, wederom het continent, dan? Dit begon al ergens op te lijken. Maar welk land zou ik kiezen? Na veel wikken en wegen, menukaarten afstruinen, foto's op Google bekijken, 'oh, shit, hier hebben ze ook al Malaria' en een korte analyse van het gevaar wat een land mij zou bieden, viel de keus op Mexico. Ik was blij met deze beslissing. Mijn omgeving iets minder. 'Zou je dat nou wel doen'. Als ik een cent kreeg iedere keer dat ik dát heb gehoord, dan zou ik bijna twee euro hebben.
Eigenwijs als ik ben toch alles doorgezet. Vaccinaties gescoord, lening bij de bank om alles te betalen (dit doet mij nu pijn, maar het was het waard) en GAAN.
Er ging een hoop mis, maar meer goed. Ik heb daar echt een toptijd gehad. Na deze stageperiode weer terug naar Nederland, en dat viel een partij tegen. Niet alleen omdat het ineens -20°C was (wat trouwens nog nooit in mijn leven is gebeurd, verdorie) en ik van een graad of 35°C kwam, nee, er waren meer dingen mis. Ik voelde me niet meer op mijn plaats.

Na vier maanden thuis te zijn, vertrok ik weer naar Mexico. Ik had een baan voor drie maanden op mijn oude stage-adres. Dit was voor mij de test. Was het nog steeds zo leuk? Hoe is het om er te werken? De uitslag was dat ik liever in Mexico zou blijven. De ochtend dat ik terug zou vliegen overwoog ik om mijn vlucht te 'missen'. Maar ik zou aan het laatste jaar van mijn studie beginnen, en ik wist dat ik er veel spijt van zou krijgen als ik mijn studie niet zou afmaken. En wat is een jaar, een academisch jaar, op een mensenleven? Niet zoveel. Tanden op elkaar, door de zure appel heenbijten, laatste loodjes tillen, enz. Bovendien zou ik ook de gelegenheid hebben om mijn omgeving op de hoogte te stellen van mijn emigratieplannen, en zou ik afscheid kunnen nemen. Met deze gedachte heb ik mezelf het vliegtuig in geluld.

En nu? Het afstudeerjaar is iets over de helft. Ik ben mijn migratie aan het regelen, en daar gaat veel werk in zitten. Wat neem ik mee, wat niet, hoe regel ik mijn financiën  wat kost dit, wat kost dat... Iedere keer als ik iets had uitgezocht, kwamen er vijf nieuwe dingen bij die ik moest regelen. Niet alleen mijn emigratie vraagt veel tijd, ook mijn opleiding. Want afstuderen, en daarbij ook faal-vakken van voorgaande jaren halen, is nog best veel werk. Maar ik ben op de goede weg. Als alles gaat zoals gepland, studeer ik 28 juni officieel af, en twee weken later zit ik in het vliegtuig, om niet meer terug te keren.
Wat ook bij emigratie hoort is afscheid. En dat is zwaar. Ik ben erg druk met vanalles, maar ik probeer zoveel mogelijk tijd uit te trekken om leuke dingen met familie en vrienden te doen. En daarbij legio's aan stomme foto's maken. Normaal ben ik er niet zo van, maar ik heb zo'n vermoeden dat ik die foto's heel erg fijn vind als ik 10.000 km verderop woon.

Emigreren is leuk, maar ook zwaar, vooral emotioneel. Ik krijg een hoop negatieve reacties naar mijn hoofd geslingerd, en dat vind ik jammer. Ik voel mij hier niet op mijn plek, en laat alles en iedereen achter om mijn geluk te beproeven. Hoe goed je je ook voorbereidt, het blijft in het diepe springen. Nu kan ik wel zwemmen, maar wat aanmoediging zou wel fijn zijn.

PS het is geen zoetzappig 'Grenzeloos verliefd'-epos of, bijna hilarisch, mislukt 'Ik vertrek'-verhaal.