vrijdag 31 juli 2015

Dit is het dan

In mijn vorige post had ik het erover hoe het voorbereiden van de visa- en paspoortaanvraag mij de nodige stress bezorgde. En dat ik honger had naar Nederlands eten.
Die stress werkt zich nu naar een hoogtepunt toe, en de honger is eindeloos.

De documenten zijn inmiddels gelegaliseerd. En, zoals gedacht, stelt het inderdaad niets voor. Het ministerie van BuZa van Jamaica schrijft op de achterkant dat het een echt document is, de Nederlandse ambassade in Cuba (via het consulaat hier) plakt een sticker onder die eigenlijk hetzelfde zegt. Wat kost dit vandalisme? Voor drie documenten het bedrag van omgerekend 110 euro.

Terwijl ik aan het wachten was op de documenten, kreeg ik een antwoord van de IND op mijn licht paniekerige vraag of ze het visum van de kleine man kunnen weigeren. Het antwoord luidt: Jazeker kunnen wij dat weigeren. Hij mag dan Nederlands zijn, maar zolang hij geen Nederlands paspoort heeft, kunnen we hem toegang tot Nederland weigeren. Niet in die letterlijke woorden, maar het was een redelijk botte mail. Het viel nogal rauw op mijn dak en al mijn hoop verdween als sneeuw voor de zon. Ik haalde allerlei doemscenario's in mijn hoofd dat ik mijn kleine man hier een maand achter zou moeten laten. Ik kon er gewoon niet van slapen. Nog steeds niet, trouwens.
Is het heel erg dat ik mij niet zulke zorgen maar over het visum van mijn wederhelft? Nee, want hij kan zichzelf prima redden. Ik zou er wél onwijs van balen, want dit is onze eerste echte vakantie samen, maar het zou niet zo'n drama zijn als wanneer ik mijn kleine man moet achterlaten. (Ik voel me al onpasselijk terwijl ik dit schrijf)

Voor het visumaanvraag van de kleine man moet hij aan dezelfde eisen voldoen als voor de aanvraag van mijn wederhelft. Dus hij moet ook een Schengen-verzekering (dat is nog makkelijk te regelen), maar hij moet ook bewijzen dat hij terug zal keren naar Jamaica om 'het risico op vestigingsgevaar uit te sluiten'. Hoe bewijs je dat? Een loonstrookje, werkgeversverklaring, eigendomspapieren van ontroerend goed of inschrijving aan een onderwijsinstelling. Oja. Dat heeft ie. Pfft.
Ik moet dus bewijzen dat ik terug zal keren naar Jamaica, omdat hij met mij meereist terug naar dit eiland. En dat is lastig, omdat ik zelf op mijn verblijfsvergunning wacht en momenteel werkloos thuis zit. Ik heb bedacht dat het contract met de advocaat die mijn verblijfsvergunning regelt best een goed bewijsstuk is. Net als mijn twee work permit letters van de twee jaar dat ik hier gewerkt heb. Dit zou samen moeten aangeven dat ik hier een tijdje ben, en hier nog een poos wil blijven. Ik zou anders ook niet weten hoe ik moet bewijzen dat ik zal terugkeren. Zal ik nog voor de zekerheid een briefje erbij doen dat ik niet hou van regen en wind?

De afspraak met het consulaat in Kingston is gemaakt. Of eigenlijk afspraken, want we hebben er drie nodig; Twee visumaanvragen en één paspoortaanvraag. Aanstaande maandag gaan we. De kleine man blijft die dag bij zijn oma en tante. Hij hoeft niet mee, en de wegen zijn hier zo gevaarlijk dat ik hem liever zo weinig mogelijk van hot naar her breng.
Ik controleer de documenten en sorteer ze. In de ene envelop zitten de papieren die wij nog moeten kopiëren (Geen kopie? Dan houdt het consulaat het origineel) in de andere zit wat ze mogen houden. Op mijn computer staat een mapje met documenten die nog geprint moeten worden. Ik heb alles. Dat weet ik zeker, want dat heb ik al honderd keer gecontroleerd. Maar toch moet het nog eens controleren. En nog eens. Ik zie het al voor me hoe we daar straks staan in het consulaat. 'Ja sorry, u mist dit ene papiertje nog. Maak maar een nieuwe afspraak.'

Maandag moeten we eraan geloven. Nog drie nachtjes wakker liggen en het is zover. En dat is het dan. Papieren inleveren en er het beste van hopen.


dinsdag 14 juli 2015

Stappenplan: hoe maak je jezelf gek?

Er is namelijk geen betere vakantievoorpret dan dikke vette stress. Nog beter is het wanneer die stress te maken heeft met bureaucratie waar je niets mee kan doen, behalve dan het alom bekende wachten.

We gaan op vakantie! Heuj! Mijn visum verloopt binnenkort dus moet ik het eiland af. Dat leek ons een goed excuus om op vakantie te gaan. Want één dagje overzees is ook zo karig. Maar voordat we kunnen gaan, moet er nogal wat geregeld worden. Ik kan zonder problemen gaan. Hop, ticket boeken, met die billen naar het vliegveld, vegeteren in het vliegtuig, en tadaa, je bent er! Voor mijn wederhelft en de kleine man ligt dat iets anders.

Stap 1; zorgen om visum/paspoort
Mijn wederhelft moet een Schengenvisum toegekend krijgen. Bij een visum heb je altijd de kans dat je wordt afgewezen. Om deze kans zo klein mogelijk te maken, staan mijn ouders garant voor hem. Verder hebben we alle documenten die we nodig hebben, van verzekering tot loonstrookjes. Alles. Een dikke vette envelop, in ruil voor een stempel in het paspoort.
De kleine man is gezegend met de dubbele nationaliteit. Hij gaat dan ook op beide paspoorten reizen en hij heeft dus geen visum nodig. Zijn Jamaicaanse paspoort was redelijk makkelijk aan te vragen. Voor zoals het er hier aan toegaat dan. Na de geboorte was mij verteld dat na twee weken de geboorteakte klaar zou zijn. Toen werd het zes weken, toen twee maanden, toen ‘zou het wel eens een jaar kunnen duren’. Voor een papiertje. We hebben toen met spoed een akte aangevraagd (heuj, extra kosten!) en die zou binnen zeven dagen klaar liggen, wat vervolgens toch maar weer twee weken duurde.
Bij de aanvraag van het paspoort zou hij niet mee hoeven. Mijn wederhelft zou het kunnen aanvragen. Ik vertrouw het systeem hier, voor zover dat er is, al lang niet meer, dus zijn we meegekomen. En dat was maar goed ook want men wilde zijn haar zien. Welke kleur het had, want dat was op de pasfoto niet duidelijk te zien.
Na een hele dag wachten was het Jamaicaanse paspoort van de kleine man aangevraagd.

Stap 2; paniek om visum/paspoort
Voor het Nederlandse paspoort van de kleine man zijn er iets meer eisen. Er moeten allerlei aktes aan te pas komen, waaronder de geboorteaktes van ons drieën. Met mijn akte is niets mis, die is in Nederland opgesteld. Maar de andere twee aktes zijn hier opgesteld, dus moet de overheid er niets van hebben. De oplossing hiervoor is legaliseren. In verweg-exotisch-Kingston. Maar daar heb ik geen tijd voor, om vier keer heen en weer te reizen. Hoe gaan we dit doen? Lichte paniek. Gelukkig is de broer van een vriend zo tof om dit op zich te nemen. Dit scheelt mij jaren van mijn leven. Legaliseren duurt lang; aktes inleveren bij het ministerie van BuZa van Jamaica, vijf dagen later aktes ophalen, afspraak maken bij het consulaat om de aktes te leveren, en de volgende week weer ophalen. Om ze dan vervolgens meteen weer in te leveren bij de paspoortaanvraag.
Om het met een understatement uit te drukken; ik maak mij zorgen om het Nederlandse paspoort van de kleine man. Hij is namelijk nergens in Nederland geregistreerd, en dat kan wel eens voor problemen zorgen. Wat nou als hij zijn paspoort niet krijgt, of niet op tijd krijgt? Moet ik hem hier dan achterlaten? Gadverdamme nee. De familie van mijn wederhelft is best ok, maar ik wil niet dan de kleine man bij hun verblijft. Ik integreer zoveel als ik kan, maar ik weiger de manier van opvoeden over te nemen. Kinderen worden hier als kleine soldaatjes behandeld. Gecommandeerd, afgeblaft. Als lappenpoppen gedragen. Nee. De kleine man moet mee!
Ik heb dus bedacht dat ik voor hem ook een Schengenvisum aan ga vragen, op zijn Jamaicaanse paspoort. Dit kunnen ze hem toch niet weigeren? Toch? Toch? *paniek*

Stap 3; verhoog de stress met eten
Aaah, ja, Nederlands eten. Sorry, familie en vrienden, maar ik droom toch vooral van Nederlands eten en de super om de hoek. Dit is nogal teleurstellend als ik daarna mijn koelkast open doe of de ‘supermarkt’ in ga. Wat een ellende. En die rijst komt me ook mn strot uit. Fijn land hoor, Jamaica, maar er zijn een aantal dingen waar ik gewoon niet aan kan wennen. Het was namelijk niet echt mijn keus om hier te komen, het plan was om na een jaar weer verder te reizen. Door (hele fijne) omstandigheden ben ik blijven hangen. Behalve de omgangsvormen die hier soms, zacht uitgedrukt, nogal vreemd zijn, loop ik ook niet echt warm voor het eten. 

Ik kan mijn ‘eigen’ eten al voor me zien. En dat is dan vooral kaas. Van de versafdeling in zo’n gezellig papiertje gewikkeld. Kaas waar je de dunne korstjes nog van af moet snijden. En verder gewoon meer variatie in broodbeleg dan de mierzoete jam en peperdure nutella van hier. Zes euro voor een potje. Wilt u in goudstukken betalen?
Oh, en dan eens weer groente eten. Echte groente, en niet dat laffe beetje ‘wat is dit’ wat ze hier eten, want ‘groente is decoratie’. Wat. Geen wonder dat jullie zo lekker obees zijn met je rijst en gefrituurde kip.
En zuivel. Zuivel! Mijn lichaam schreeuwt om zuivel. Kaas, vla, kwark, pudding, fruitmelk. Want melk is vies en fruitmelk is de bom. Melk is vies, maar toch drink ik het hier. Gadverdamme vieze melk en dan ook nog eens van die eeuwig lang houdbare ellende want verse melk is door de hitte zuur voordat je thuis bent. Die plastic ‘goudse’ kaas van 20 euro per kilo is t ook niet helemaal.

Resultaat:
Je maakt je zorgen om het Schengenvisum van je wederhelft, maar dit wimpel je nog af met een ‘komt wel goed, ze hebben geen redenen om hem te weigeren’. Toch blijft dit lekker in je achterhoofd zitten.
Deze zorgen krijgen dan visite van de paniek om het paspoort van de kleine man, maar dit wimpel je nog af met een ‘we vragen een visum voor hem aan, en dat kunnen ze hem heus niet weigeren’. Nu zitten er drie zorgen gezellig bij elkaar, visum, paspoort, visum, hand in hand.
Vervolgens kan je alleen nog aan deze zorgen denken. Dan komt daar frustratie de hoek om kijken. Frustratie van twee jaar paupereten te hebben gehad, en die voedt de stress nog eens extra. In de verte komt een nieuwe vriend aangelopen. ‘Hee, je had toch je verblijfsvergunning aangevraagd? Wat nou als..’ Aaaah nee nee stop houjemond.


Liever wil ik dat alles in kannen en kruiken is, ik veel te vroeg kan beginnen met inpakken en mijn bonuskaart afstoffen.

vrijdag 3 juli 2015

Voor een prikkie

Voor de tweede prik van het vaccinatieschema moesten we weer met de kleine man naar de kliniek (aka het betonnen hutje). En ook deze keer, net als de voorgaande twee bezoeken, was het feest. Er is iedere keer wel iets nieuws wat mij overvalt, ze zitten vol verrassingen. Helaas zijn dat nog geen positieve verrassingen geweest.

Uiteraard was het weer druk, maar we hadden iemand gehosselt die in alle vroegte een plek vasthield voor ons. We hadden nummer 2 (van de 28!) dus dat was mooi. Mijn wederhelft kon helaas geen vrij krijgen, dus hij zette ons af, en zou ons in zijn pauze weer komen ophalen. Ik had genoeg voeding, luiers en andere meuk mee om het een dag uit te houden, dus geen stress als hij wat later zou zijn.

Ik ging met de kleine man in het betonnen hutje zitten. Hij gaf na een tijdje eindelijk toe aan zijn loodzware oogjes en deed een dutje. Ondertussen kwam er... tjsa, wat? Ze is geen zuster.. een assistent? Het enige wat ze doet is de babies opmeten en wegen, je komt niet op consult bij haar.
Maargoed, assistent dus. Ze begon het betonnen hutje in een kerk te veranderen. Iedereen moest (ja, moest, niet mocht) meezingen met gospelliedjes. Daarna moesten we staan voor het gebed. Ik hoefde mij hier niet uit te redden, want de kleine man sliep bij mij op schoot. Een andere moeder had er geen zin in, en zij kreeg de wind van voren. Vrijheid van religie is hier nog niet geland.
Na dit festijn begon ze over borstvoeding, en niet te mild ook. Jezus, daar gaan we weer dacht ik bij mezelf. De kleine man werd langzaam wakker, dus zou hij snel zijn flesje willen. Ik maakte zijn flesje klaar. De feeks (voorheen:assistent) zag dit, en was binnen twee stappen bij me en ging me toch te keer. Wat, geef je hem flesvoeding, waarom geen borstvoeding, wat is er mis met jou?! Pardon. Ik was wel redelijk gewend aan de borstvoedingsmaffia, maar ik werd nu persoonlijk aangevallen in het overvolle betonnen hutje. Denk je dat ik het niet heb geprobeerd? Het ging niet, dus ik moest kiezen tussen verhongeren of flesvoeding. Maar dit kreeg haar niet rustig, die feeks ging maar door. Ze was aan het tieren over dat flesvoeding de makkelijke weg is, dat je dan lui bent, bla bla bla. Ik had haar zoveel te zeggen en wou haar best graag een knal voor dr harses verkopen, maar ik kan me geen strafblad veroorloven. Ik bleef zitten, hield mijn mond, sloot me af, en begon de kleine man te voeren. Hij keek fronsend naar de feeks, hij heeft nog nooit eerder iemand zich zó druk zien maken.

Later, toen de kleine man gewogen en opgemeten moest worden, vroeg ze mij zes maanden? Ik antwoordde nee, drie en dacht er zelf achter met flesvoeding, ja. Steek dat maar ergens waar de zon niet schijnt. De kleine man is namelijk niet zo klein; hij loopt nogal voor op de groeicurve.
Ze vertelde mij dat ze me niet persoonlijk wilde aanvallen. Ik reageerde hier niet op. Zou ze dit menen, of moest ze dit van haar collega's zeggen? En je valt me publiekelijk aan maar maakt excuses in een achterkamertje? Hou je excuses maar. Ik hoef ze niet.

Driemaal is scheepsrecht, het zou nu over moeten zijn met die borstvoedingsellende. Als ze er bij het volgende prikje wéér over beginnen, zal ik ook eens preken, opstaan uit mijn stoel en er mooie handgebaren bij maken;
Waar was jij toen ik alleen maar de godganse dag aan het voeden was? Waar was jij toen ik geen tijd had om zelf te eten? Waar was jij toen ik nog geen half uur slaap per dag kreeg? Waar was jij toen mijn borsten van cup B naar cup F gingen maar je tegelijk al mijn ribben kon tellen en mijn gezicht ingevallen was? Waar was jij toen ik wanhopig was en niet meer wist wat ik moest doen?
Sodemieter op met je borstvoedingpropaganda. Het werkt niet voor iedereen.