vrijdag 28 augustus 2015

We zijn er bijna, maar ...

Ik was vrij snel met mijn blog over het Nederlandse consulaat, en hoe hard zij falen. Mijn avontuur bij de Belgische ambassade liet wat langer op zich wachten.
We mochten dus de aanvraag doen bij de Belgische ambassade in plaats van bij het Nederlandse consulaat. Het paspoort voor de kleine man mag ik in Havana, Washington of op Schiphol bestellen. Wat een feest.

Laten we maar beginnen met het visum vóórdat we ons zorgen maken over het paspoort (al doe ik dat uiteraard al..). Om te voorkomen dat we weer voor saus de hele trip naar Kingston zouden maken, nam ik contact op met de ambassade. Ik was al blij dat ze de telefoon opnamen, dit is bij het consulaat nog nooit gebeurd.
Nadat ik de situatie had uitgelegd, kreeg ik de bevestiging dat België nu inderdaad de aanvragen op zich neemt. De procedure zou hetzelfde zijn, maar ik moest ze toch maar mailen voor de documenten en een afspraak. Ook de mail werd, dezelfde dag nog, beantwoord. Weer pluspunten verdiend!
De aanvraag was bijna hetzelfde, en leek in sommige opzichten zelfs makkelijker dan de Nederlandse. Mooi zo. De afspraak was ook vrij snel gemaakt. De kleine man moest mee, omdat ze hem in het echt willen zien.

De trip naar Kingston begon. De kleine man had het wel naar zijn zin, op de achterbank in zn mooie autostoeltje. Hij heeft vooral veel uit het raam gekeken. Eenmaal aangekomen op de ambassade kakte hij toch wel een beetje in. Uiteraard heeft hij eerst nog zijn charmes in de strijd gegooid bij het personeel, zijn gilletjes geoefend in de wachtruimte, om vervolgens zachtjes snurkend op mijn schoot in slaap te vallen.
De aanvraag was prima. Mijn wederhelft was onwijs zenuwachtig, maar alles was goedgekeurd. We kregen een papiertje mee met daarop het dossiernummer en de bevestiging dat de aanvraag in behandeling is, maar zij nog voor extra documenten konden vragen mocht dat nodig zijn.
We waren sneller buiten dan we dachten, en onze driver (een vriend van mijn wederhelft) was nog nergens te bekennen. Hij had de autosleutels, en de telefoon van mijn wederhelft lag in de auto, dus konden we hem niet bellen dat we al klaar waren. Het raam stond een klein beetje open en ik heb vrij dunne armen. Ik gaf het een kans, en ja hoor, ik kon de deur zó openmaken (misschien toch een carrière bij Fast and the Furious overwegen).

De aanvraag zou tien werkdagen in beslag nemen, wat erop neerkomt dat je precies twee weken mag wachten. We kregen na zeven werkdagen bericht. Men wilde graag extra documenten hebben, en oja, de verzekering is niet goed.
Ik snapte niet wat er mis was met de verzekering. We hebben de Schengenverzekering van OOM genomen omdat die aan alle eisen voldoet. Maar men was het daar niet mee eens;

'The OOM insurance is not accepted since it is not a Schengen Travel Medical insurance (see exclusions)
Major insurance companies as AXA, Allianz, EuropAssistance, … offer the proper insurance.'

Het komt er op neer dat we precies dezelfde verzekering moeten afsluiten, maar bij een andere instantie. OOM begreep er zelf ook niet bijster veel van. Omdat de ambassade het graag wil, hebben we nu een verzekering bij Allianz. Die exact hetzelfde is. Maar he, wat is een overheid zonder bureaucratie, kastjes en muren? De 'exclusions' waar ze het over hebben heb ik nooit kunnen vinden.
Verder wilden ze de geboorteakte van de kleine man hebben. Geen idee waarom. Om te kijken of het écht onze zoon is? Mijn wederhelft mocht nog een verklaring van zijn werkgever regelen waarin staat dat zijn vakantie is goedgekeurd. En ik moest mijn drie laatste loonstrookjes inleveren. Ik. Ík? Voor het visum van mijn wederhelft? Hoe heeft dit met elkaar te maken? Als het nou nog voor de kleine man was, zou ik het snappen; het zou dan kunnen bewijzen dat ik, en dus hij ook, terugkeer naar Jamaica. Maar voor de aanvraag van mijn wederhelft? Hij heeft zelf een baan waar hij vier jaar werkt.
Ik heb geen werk meer, dus kan ik ook geen loonstrookjes inleveren. Ja, ik kan iets moois maken in Word en dat opsturen, maar als ze daar achter komen heb je de poppen aan het dansen. Het leek mij de beste optie om een brief te schrijven en daarin toe te lichten waarom ik niet meer werk. Zwangerschap, kleine baby, geen mogelijkheid voor opvang, werkvisum verloop binnenkort, staatsburgerschap in behandeling, dat soort werk. Netjes uitgelegd, met de contactgegevens van mijn oude werkgever erbij mochten ze willen controleren dat ik niet ontslagen ben of iets dergelijks.

Maandag gaan we alle documenten printen en per koerier opsturen. Gelukkig hoeven we dit niet zelf langs te brengen in Kingston, ze hebben ons immers al gezien.
En ja, dan zit er weer niets anders op dan wachten en hopen. Hoop met ons mee!

vrijdag 21 augustus 2015

Hoe het écht gaat

Dit is het vijfde stuk wat ik probeer te schrijven over dit onderwerp. Ik vind het zo moeilijk in woorden te zetten zonder te negatief te doen. Ieder stuk begint positief of neutraal, maar dan glij ik weer af in bitterheid. Dit is de laatste keer dat ik het probeer. Word ik weer negatief; het zij zo. Want dan is mijn situatie dus blijkbaar om te janken.

Per ongeluk Jamaica
Het plan was om, na een succesvolle stage en tijdelijke baan aldaar, na het afstuderen terug te gaan naar Mexico. Maar helaas was mijn baan vergeven aan een vriend van iemand van het Engelse hoofdkantoor. Mijn baas in Mexico was daar zuur over; hij wilde mij terug, omdat ik goed was in mijn werk. Maar helaas, 'mijn' baan was weg.
Toen begon de jacht naar ander werk. Vanuit Nederland solliciteren naar een baan in Mexico is lastig, omdat je eigenlijk alleen het internet hebt om te zoeken. Vrij weinig vacatures belanden online. Toch had ik er eentje gevonden; bij een internationaal duikbedrijf. Ik solliciteerde op hun vestiging in Mexico, maar kreeg uiteindelijk een aanbod voor Jamaica. Daarop heb ik ja gezegd, en zodoende kwam ik hier terecht.

Mijn werk was niet zo fijn. Best kut zelfs. Het duikcentrum was onderdeel van een all-in resort, maar de excursies en duiken waren niet inclusief. De gemiddelde hotelgast was een Heel Naar Persoon. Het leek wel alsof iedereen een high school bully was. Tel daarbij op dat de werkgever ook zeer a-relaxed was, en je hebt een mooi pakket. Maar, het was maar voor een jaar, hield ik mezelf voor. Ik zou geld kunnen sparen en doorreizen naar Mexico om daar op zoek te gaan naar een baan. Maar dat was voordat de relatie met mijn wederhelft serieuzere vormen aannam, voordat we besloten om te zien of ik zwanger zou kunnen raken, voordat de kleine man ter wereld kwam.
Ik heb twee jaar bij het bedrijf gewerkt, en het was ronduit verschrikkelijk. Een wisseling van management maakte het van kwaad tot erger. Om een lang verhaal kort te maken; ik werd als oud vuil behandeld en weggepest door mevrouw de nieuwe baas. Toen de plaatselijke grote baas mij een deal aanbood (ik kon per direct stoppen, mijn verlof uitbetaald krijgen en mijn borg in zijn geheel terugkrijgen) heb ik dat met beide handen aangepakt. Tot ziens, &%"$&
Ik heb totaal niet kunnen genieten van mijn zwangerschap, die zo heerlijk ongecompliceerd was. Het had zo mooi kunnen zijn. Net als de bevalling, maar helaas werd ik in het ziekenhuis gewoon als nummer vijf van de dag afgewerkt.

Nu werk ik niet meer, en in het begin was dat een verademing. Mijn stress-level daalde en de zwarte kringen onder mijn ogen verdwenen. Ik werkte zes dagen in de week, en was op de zevende bezig met huishoudelijke taken waar ik doordeweeks geen tijd voor had. Ik heb Jamaica totdat ik wegging dus gewoon niet meegemaakt.
Nu is dat wel anders. Ik zit er middenin, dag in dag uit. En ik vind het verschrikkelijk.


Jamaica - hoe het echt is
Hoe meer ik te weten kom van Jamaica en over hoe ik mij dien te gedragen, des te meer weerzin dit mij geeft. Ik mag dit niet doen, en ik moet dat doen. Wie mij ook maar een klein beetje kent, weet dat ik hier ab-so-luut niet tegen kan. Iedereen bemoeit zich overal mee.
Mijn wasgoed en wat ik daar al dan niet mee doe is blijkbaar uitermate interessant. Zó interessant dat ik er steeds commentaar op krijg dat ik het niet goed doe. Het mag niet in het donker buiten hangen, ik mag niet dezelfde knijpers gebruiken voor mijn was en de was van de kleine man, ik mag mijn ondergoed niet in het zicht hangen en ga zo maar door.
Het Christendom wordt me hier door de strot gedouwd. Afkeurende blikken als ik aangeef geen religie aan te hangen, en toen ik niet met een groep luidruchtig mee wilde bidden in het ziekenhuis, was de zaal te klein. Ondertussen dansen ze op feesten wel zoals God verboden heeft. Maar blijkbaar is een orgie met kleine kledingstukken aan toegestaan als je de volgende ochtend glory hallelujah staat te roepen met je armen de lucht in.
Hoe hard ik ook mijn best doe om te integreren, ik zal altijd de buitenstaander blijven. Degene die hier niet hoort. En dit laat men je goed merken ook.  'Ey whitey!'. Aanstaren. Wijzen. Nakijken. Lachen. En het staren en kijken is op een manier hoe je naar iemand kijkt waaraan je een hekel hebt. Je bewaart je speciale extra vuile blik voor die persoon. Mean Girls is er niets bij.
Mijn leven hier bestaat vooral uit tegenvallers. Keiharde tegenvallers. Iedere godganse keer dat ik iets probeer te regelen moet er wel wat mis gaan. Ik kan er dan wel een blog over schrijven op zo'n manier dat het grappig lijkt, maar dat is het natuurlijk helemaal niet. Hoe zou je je voelen als je de deur achter je dicht trekt om iets te gaan regelen, wetend dat het de hele dag kan duren en je uiteindelijk nog geen zier verder bent als je weer thuis komt?
De mensen hier lijken niets om elkaar te geven. Ze houden alleen van geld en over elkaar oordelen. Na de geboorte van de kleine man heb ik alleen cadeaus uit Nederland gekregen van vrienden en familie, en van internationale collega's hier. Van mijn schoonfamilie helemaal niets. Ja, bakken met commentaar over hoe slecht ik bezig ben als moeder. (Nog steeds, trouwens)
Vriendendiensten bestaan niet; er moet altijd geld tegenover staan. Toen ik hoogzwanger was, kon ik zelf de was niet meer doen. Ik had geen machine, en ik kon het niet meer naar de wasserette heen en weer slepen. Eén van de zussen van mijn wederhelft heeft een machine, en bood aan het voor mij te wassen (maar niet je ondergoed!). 'Wat lief', dacht ik, vlak voordat ik hoorde dat ik er wel moest voor betalen.

Ik mag dit en dat niet zeggen. Ik moet me overdreven netjes kleden als ik ergens naar toe ga. De lijst gaat maar door. Iedere dag komen er nieuwe dingen bij. Iedere dag voelt het alsof mijn keel een klein beetje meer dichtgeknepen wordt.

En nu?
Ik moet hier weg, voordat ik doordraai. Maar ik ben niet alleen; ik heb een kleine man en wederhelft. De kleine man is nog zo klein dat hij makkelijk mee kan. Dit ligt bij mijn wederhelft wel anders; hij heeft hier zijn familie, vrienden en is hier opgegroeid.
Als ik hier blijf, eindig ik als chagrijnige kettingrokende alcoholist met wild haar. Een dunne versie van Ma Flodder. Daar wordt niemand gelukkig van.

Ik weet niet zo goed hoe nu verder. Ik ben niet gelukkig met de huidige situatie. Ik heb al genoeg ellende te verweken gekregen, keer op keer weer. Ik ben er klaar mee.

dinsdag 4 augustus 2015

Waarom is hier nog een consulaat?

Er is een tijd een radiostilte geweest, toen begon het bloggen weer een beetje, en nu zomaar twee posts binnen dezelfde week. Want er gebeurt weer eens wat in mijn leven. Nou zou dat fijn moeten zijn, maar helaas zijn het niet zulke fijne gebeurtenissen.

In mijn vorige blog had ik het erover hoe ik stierf van de zenuwen over de paspoort- en visumaanvraag van de kleine man. Gisteren was het zover, we gingen naar Kingston. De kleine man bleef bij zijn tante en oma. Toen we terugkwamen kreeg ik m huilend in mijn armen gedrukt, met de mededeling 'Je moet hem eens wat vaker onder de mensen brengen!' Nee. Hij is vier maanden en jullie lopen de hele tijd met 120 decibel tegen hem te schreeuwen op 20 cm afstand van zijn gezicht. De hele familie wordt erbij gehaald, dus er staat een half dorp tegen hem te blèren. Misschien is dat het probleem?

Maargoed. Kingston. Na een lange rit (bijna 4 uur) waren we er. We waren te vroeg, maar dat was prima, want ik moest bij de printshop nog wat documenten printen en kopieren. Nadat ik voor de zekerheid ook nog maar wat extra geld had gewisseld naar Jamaicaanse Dollars, waren we er klaar voor. Nog steeds te vroeg, maar er was niemand aan het wachten, dus waagden we een poging of wij eerder geholpen zouden kunnen worden dan de afspraak die we hadden. Dat zou kunnen, maar men wilde eerst naar de documenten kijken.
Het begon al goed met de mededeling 'De baby moet aanwezig zijn.' Nee, dat moet hij niet. Minderjarig, jonger dan twaalf, beide ouders kunnen de aanvraag doen. Ik heb deze pietluttige regeltjes tot in den treuren uitgezocht, dus hou maar op met die bangmakerij.
Dan volgt er een enorme koude douche 'Wij doen de aanvraag niet meer.' Wat. Wat is dit nou weer?
Blijkbaar is sinds één juli alles qua visa afgeschoven op de Belgische ambassade. En het paspoort dan? 'Daarvoor moet je naar Cuba of Washington'. Cuba of Washington? CUBA OF WASHINGTON? Wat denk jij, dat wij zomaar even daar naartoe kunnen? Blijkbaar wel, want hij (de relnicht die blijkbaar de leiding in het lege kantoor heeft) zegt het op een toon zoals mijn moeder me zou zeggen om even een pak melk bij de Appie te halen.
Verder, om het leed waarschijnlijk te verzachten ofzo, vertelt hij ons ook nog even dat ze al flink wat aanvragen voor het verlengen van een paspoort weg hebben moeten sturen. Nou, dit verzacht niets, dit trigger mij alleen nog maar meer. 'Nou, dan communiceren jullie lekker, zeg. Ik heb recent, na één juli, contact gehad met BuZa en die wist mij ook niks te melden.'
Prutsers.
Nu kan ik dus gaan uitzoeken hoe ik het visum voor de kleine man en mijn wederhelft moet indienen bij de Belgische ambassade, want hoewel t hetzelfde visum is, hebben zij andere eisen. Uiteraard.
Als je de website van de ambassade bekijkt, is alles gericht op Belgen en voor het Schengenvisum met als bestemming België. Zouden zij weten dat zij nu het werk van het Nederlandse en Franse consulaat mogen doen?